Deze thesis onderzoekt de manier waarop berichtgeving over Koerdistan in de Nederlandse media tot stand komt. De Koerden zijn een grote etnische groep met eigen talen, geschiedenis en cultuur en een wijdverspreid leefgebied, maar zonder land. Het Koerdische volk is misschien verspreid over de hele wereld, maar het begrip van de Westerse media over de situatie in Koerdisch gebied is beperkt. De mediabehandeling van frozen conflicts als dat van de Koerden is onderbelicht gebleven in bestaand onderzoek. Door moderne ontwikkelingen op het gebied van verslaggeving moeten buitenlandredacties en correspondenten het zien te redden met een kleiner budget dan in het verleden. Aan de hand van de ervaring van journalisten en Koerden is onderzocht hoe het nieuws over dit type conflicten tot stand komt. Om de overkoepelende onderzoeksvraag “Hoe komt nieuws over het Koerdische conflict in de Nederlandse media tot stand?” te beantwoorden is gebruik gemaakt van een kwalitatieve inhoudsanalyse van elf interviews met journalisten en Koerden in ballingschap. Het onderzoek is van belang vanwege de invloed die media kunnen hebben op de beeldvorming omtrent deze frozen conflicts. De praktijk is dat de Koerden al ruim een eeuw zwaar te lijden hebben onder moordpartijen, mensenrechtenschendingen en onderdrukking. Toch staat het Koerdische conflict niet prominent op de Nederlandse nieuwsagenda. In de eerste plaats is er vanuit de Westerse pers weinig interesse voor de Koerden als het nieuws geen betrekking op henzelf heeft. In een medialandschap met achteruitlopende financieringen voor buitenlandredacties en correspondenten, wordt er niet veel geld besteed aan diepgaande verhalen. De Koerden zijn in de ogen van journalisten vaak geen volk, maar een militaire mogendheid die meevecht tegen Islamitische Staat. Correspondenten bleken zich vaak te ergeren aan het gevestigd perspectief op zaken in het Midden-Oosten, een perspectief waarin oorlog en Arabieren de boventoon voeren. Hierdoor kunnen gebeurtenissen daar verkeerd geïnterpreteerd worden door de media. Veel correspondenten doen verslag vanuit Libanon, Turkije of Egypte, waar de Arabische of Turkse visie op zaken voorop staat. De Koerdische visie raakt in die zin ondergesneeuwd. Zolang Koerden geen eigen staat hebben, zullen ze ook geen internationaal erkend persbureau hebben en dit maakt Koerdistan geen aantrekkelijke plek voor journalisten om zich te vestigen. Bij gebrek aan eigen ogen in het land waar de redacties over schrijven, zijn deze vaak afhankelijk van het nieuws dat via persbureaus wordt gepubliceerd. Dit heeft dit als gevolg dat nieuws over de regio vaak direct van de Turkse regering komt, het machtigste land uit de regio. Turks president Erdogan probeert de Koerden monddood te houden en berichten van Turkse persbureaus worden vaak 1-op-1 gekopieerd. Europese regeringen hebben meer belangen bij het narratief dat de Turkse regering in stand houdt, omdat op deze manier een veilige onderhandelingspositie ten opzichte van Turkije blijft bestaan: een land dat niet alleen een grote economie bezit, maar ook een tactische ligging ten opzichte van het Midden-Oosten en Europa. Geopolitieke en economische belangen wegen dan ook zwaarder dan mensenrechten als het gaat over de totstandkoming van Westerse berichtgeving over Koerdistan.

, , , , , , , , ,
Aalberts, C.
hdl.handle.net/2105/57267
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Stadegaard, Jesse. (2020, December 7). ‘Als een vrouwelijke strijder in de bergen iets zegt, krijgt ze geen quote van Reuters.’ - Een onderzoek naar Westerse berichtgeving over Koerdistan. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/57267