Het leerlingenvervoer houdt gemeentelijk Nederland al een tijdje bezig. Een zoektocht in verschillende media van de afgelopen tijd levert al snel een keur aan negatieve berichtgeving over het leerlingenvervoer op. Het betreft voornamelijk problemen rond de kosten en kwaliteit van het leerlingenvervoer. Ook in de gemeente Alblasserdam zijn er al langere tijd vragen rond uitvoering en kosten. Alblasserdam besloot dan ook onderzoek te doen naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en cliëntgerichtheid van het leerlingenvervoer in de eigen gemeente. In deze scriptie is aan dit onderzoek nog een aantal elementen toegevoegd. Op grond van theorieën van Bekkers (2003), Hemerijck (2003) en Fischer (1995) over verschillende evaluatiemethodes is een model ontwikkeld waarmee het leerlingenvervoerbeleid is geëvalueerd. Naast de genoemde praktische realisatie van de uitvoering in Alblasserdam zijn ook de situationele inpassing, maatschappelijke meerwaarde en normatieve aansluiting van het beleid onder de loep genomen. Dit is gebeurd door middel van documentonderzoek, interviews en een enquête onder gebruikers van het leerlingenvervoer in Alblasserdam. De vraagstelling van het onderzoek luidt: Wat zijn de effecten van het leerlingenvervoerbeleid van de gemeente Alblasserdam over de jaren 2006 tot en met 2008 en hoe kunnen deze worden beoordeeld? Het leerlingenvervoer in Alblasserdam in de periode 2006-2008 is voor de gebruikers doeltreffend en cliëntgericht geweest. Gebruikers waarderen de algemene uitvoering van het leerlingenvervoer in de jaren 2006-2008 met een 7.6, hoewel bijvoorbeeld veiligheid, reistijd en klachtenbehandeling aspecten zijn die de aandacht vragen en waar actievere sturing wenselijk is. Door onjuiste budgetbepalingen, gebrekkig contractbeheer, geringe controle van facturen, ruime toepassing van de verordening en het vergoeden van extra ritten was het leerlingenvervoer in 2006 en 2007 niet doelmatig. Dit is in 2008 verbeterd waardoor Alblasserdam weer redelijk controle heeft gekregen over de doelmatigheid van het leerlingenvervoer. Wat betreft de uitvoerbaarheid van het beleid is geconstateerd dat deze voldoende is, hoewel aspecten als weinig beleidsvrijheid voor gemeenten, de PPSconstructie van de uitvoering en de vergoeding die het Rijk belemmerende factoren zijn. Het draagvlak voor het beleid is bij betrokken actoren redelijk groot. Bovenstaande conclusies hebben voornamelijk betrekking op het uitvoeringsniveau van het leerlingenvervoerbeleid (in de gemeente Alblasserdam). In het onderzoek is ook op een abstracter niveau naar het beleid en de visie daarachter gekeken. Met het succesvol uitvoeren van het leerlingenvervoer zijn de toegankelijkheid en vrijheid van het onderwijs gewaarborgd voor kinderen met een beperking en kinderen van ouders die kiezen voor een bepaalde schoolrichting. Politiek richt de discussie zich op de laatste groep rond de vraag of de overheid door middel van het leerlingenvervoer de vrije schoolkeuze moet blijven faciliteren gezien de hoge kosten voor gemeenten. Het deel van de voorziening dat zich richt op de kinderen met een beperking staat buiten de discussie, omdat het een geschikt middel is om deze kinderen te ondersteunen in de kansen op een (vol)waardig volwassen- en beroepsleven. Het doel van het onderzoek is het verbeteren van het bestaande beleid op het terrein van het leerlingenvervoer in de gemeente Alblasserdam. Er is dan ook een aantal aanbevelingen gedaan, die overigens in een breder perspectief dan Alblasserdam zijn geplaatst. Het betreft onder andere uitbesteding en professionalisering van het contractbeheer, monitoring van de ervaringen en wensen van gebruikers en een meer evenredig verdeelde Rijksvergoeding.

Fenger, Dr. M., Bekkers, Prof.Dr. V.J.J.M.
hdl.handle.net/2105/5747
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Jabaaij, Michiel. (2009, August 19). Evaluatie van het leerlingenvervoerbeleid in Alblasserdam. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/5747