Het overgrote deel van de conducteurs, bestuurders en controleurs is positief over het OV-verbod en het effect van dit verbod op de veiligheidssituatie in lijn 2. Alle betrokkenen zijn ervan overtuigd dat de veiligheidssituatie het afgelopen jaar (na invoering van het OV-verbod) significant verbetert is. Op basis van de vergelijking van de geregistreerde incidenten voor- en na de invoering van het OV-verbod blijkt echter, dat het objectieve veiligheidsniveau (na een goede start) inmiddels weer gezakt is naar het oude, kritieke niveau. Toch wordt er besloten om het OV-verbod op lijn 2 te verlengen en ook op het zuidelijke traject van lijn 23 een OV-verbod in te voeren. Dat heeft onder meer te maken met het de symbolische werking die uitgaat van het OV-verbod, politieke druk en padafhankelijke factoren (dreigend gezichtsverlies, gemak van het bewandelen van een bekend pad). Verder blijkt dat de procedures rondom het opleggen van een OV-verbod omslachtig zijn en de procedures rondom het handhaven van een OV-verbod praktisch onuitvoerbaar zijn. Het wordt duidelijk dat toepassing van supersnelrecht in de complexe omgeving waarin geopereerd wordt erg lastig is. Een supersnelrechtzaak moet namelijk zowel eenvoudig (qua bewijslast en schade) als buitenproportioneel (qua geweld) zijn of er moet sprake zijn van recidive. Voorts wordt de symbolische potentie van supersnelrecht in de huidige situatie niet voldoende gebruikt.

, ,
Duin, Dr. M.J. van, Edwards, Dr. A.
hdl.handle.net/2105/5809
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Swenker, Bart. (2009, August 20). OV-verbod en supersnelrecht: symbolisch en/of effectief?. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/5809