2021-08-26
Metagovernance en een innovatieve binnenvaartsector, wat is er nodig?
Publication
Publication
EEN CASE STUDIE NAAR DE MOGELIJKE TOEPASSING VAN METAGOVERNANCE
Waterstof wordt geroemd als vervanger van vervuilende fossiele brandstoffen. De ontwikkeling van waterstof als brandstof is ook gaande in de binnenvaart sector. Verschillende partijen hebben zichzelf georganiseerd om samen de binnenvaartsector te verduurzamen. Echter werkt de zelfsturing niet helemaal naar behoren en daardoor functioneert het netwerk minder effectief. Om te zorgen dat de verduurzaming stappen maakt en het netwerk effectief blijft, is het noodzakelijk dat een overheid inspringt. Het doel van dit onderzoek is om te verklaren op welke manier metagovernance toegepast kan worden om de effectiviteit van een zelfsturend netwerk te verbeteren. Om een antwoord hierop te kunnen formuleren is de volgende hoofdvraag opgesteld: Welke metagovernancestrategie is het meest geschikt om toegepast te worden door decentrale overheden, zodat de effectiviteit van een zelfsturend netwerk, dat zich focust op waterstofprojecten in de binnenvaart, toeneemt? Om tot een antwoord te komen op de hoofdvraag zijn er semigestructureerde diepte-interviews afgenomen bij partijen die betrokken zijn bij de waterstof implementatie in de binnenvaart in Rotterdam, ook wel het Rotterdam Consortium. Aan deze respondenten is gevraagd wat hun ervaring is met het Rotterdam Consortium en wat een (decentrale) overheid mogelijk kan bijdrage aan het zelfsturende netwerk om deze effectiever te maken. Uit de resultaten is gebleken dat overheden in de beginfase actief partijen moeten werven en stimuleren om te innoveren. In een later stadium is een proces management rol weggelegd voor overheden om het zelfsturende netwerk te ondersteunen door blokkades weg te nemen. De aanbevelingen die worden gedaan aan decentrale overheden zijn ten eerste het toepassen van de metagovernancestrategie proces management. In de praktijk kan dit onder andere betekenen dat het netwerk van een decentrale overheid beschikbaar wordt gesteld als mogelijk middel om op de politieke agenda te komen bij (supra)nationale overheden. De tweede aanbeveling is het zorgen voor afstemming tussen overheidsinstanties. Hierbij kan gedacht worden aan kennisuitwisseling op het gebied van bijvoorbeeld waterstof. Als derde wordt er aanbevolen om bij toekomstige beleidsprogramma’s, die een grote innovatie teweeg moeten brengen, de metagovernancestrategie institutioneel design toe te passen. Dit om partijen bij elkaar te brengen en niet de gehele innovatie over de laten aan de markt. De vierde en tevens ook laatste aanbeveling richt zich op (supra)nationale overheden. Het wordt 3 aanbevolen dat deze overheden zich focussen op het creëren van subsidies of andere financiële stimuleringen, om zo bij te dragen aan het sneller behalen van overheidsdoelen door zelfsturende netwerken die zich focussen op waterstofprojecten in de binnenvaart. Voor vervolgonderzoek is de aanbeveling dat er wordt nagegaan of metagovernance in de praktijk ook daadwerkelijk invloed heeft op de effectiviteit. Hiervoor zou na de implementatie van metagovernance gemeten kunnen worden hoe dit ervaren wordt door een zelfsturend netwerk. Dit zou in de praktijk mogelijk een onderzoek kunnen zijn gericht op het Rotterdam Consortium, omdat de voorgaande situatie al in kaart gebracht is in dit onderzoek. Als tweede aanbeveling voor vervolgonderzoek zou er kunnen worden gekeken naar de manier hoe metagovernance zich verhoudt tussen verschillende landen die aangesloten zijn aan eenzelfde beleidsprogramma. Praktisch gezien zou het Duitse consortium van het RH2INE-programma kunnen worden onderzocht om deze te vergelijken met het Nederlandse Rotterdam consortium.
Additional Metadata | |
---|---|
Ir. L. Kuitert, Dr. Ir. J. Eshuis | |
hdl.handle.net/2105/58397 | |
Public Administration | |
Organisation | Erasmus School of Social and Behavioural Sciences |
Edwar Holvast. (2021, August 26). Metagovernance en een innovatieve binnenvaartsector, wat is er nodig?. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/58397
|