De gemeente Rotterdam is belast met de taak het publieke belang van haar inwoners te dienen. De gemeente Rotterdam kan dit op verschillende manieren doen. In 2006 heeft de gemeente Rotterdam ervoor gekozen om aandeelhouder te worden in een biomedisch fonds. Dit fonds had als doel het biomedisch ondernemerschap in de regio Rotterdam te stimuleren en het aantrekken van Biomedische initiatieven naar Rotterdam. Het publieke belang dat hiermee beoogd diende te worden was het creëren van hoogwaardige werkgelegenheid en bedrijvigheid en het behalen van financieel rendement. Het doel van dit onderzoek is het achterhalen hoe de gemeente Rotterdam als aandeelhouder in het Erasmus Biomedical Fund heeft gefunctioneerd. Op deze manier kan de gemeente Rotterdam hier lessen uit trekken voor de toekomst. De hoofdvraag van dit onderzoek is: “Heeft het aandeelhouderschap van gemeente Rotterdam in het Erasmus Biomedical Fund op een goede manier gefunctioneerd om het Rotterdamse publieke belang te borgen?” Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn er in dit hoofdstuk twee theorieën toegepast over een sturingsrelatie tussen een opdrachtgever en opdrachtnemer. Dit zijn de principaal-agent theorie en de principaal-steward theorie. Daarnaast is gebruik gemaakt van theorie waarin beschreven wordt hoe een gemeente als aandeelhouder behoort te functioneren. Uit deze theorie is naar voren gekomen dat een sturingsrelatie op basis van de principaalsteward theorie het meest wenselijk is. Deze relatie kenmerkt zich door een relatie op basis van vertrouwen waarbij er veel ruimte voor zelfsturing is. Beide partijen zijn intrinsiek gemotiveerd om het collectieve belang te dienen en er is sprake van gelijkwaardigheid tussen de opdrachtnemer en opdrachtgever. In dit onderzoek is de data verzameld door interviews en documentenanalyse. Aan de twee sturingstheorieën zijn dimensies toegekend met elk bijpassende indicatoren. Deze dimensies zijn belangen, sturing, macht en motivatie. Aan die dimensies zijn indicatoren gekoppeld waardoor er voor elke dimensie bepaald kon worden of er sprake was van een relatie op basis van de principaal-agent theorie of de principaal-steward theorie. Daarnaast is er op basis van de theorie die beschrijft hoe een goed aandeelhouder dient te functioneren, gekeken of de gemeente hieraan voldoet. Uit de resultaten is gebleken dat de gemeente Rotterdam voldoet aan de kenmerken hoe een gemeente als aandeelhouder goed functioneert. Wel kan de gemeente om sommige punten verbeteren. Daartoe zijn dan ook aanbevelingen gedaan. De relatie van de gemeente Rotterdam en het fondsmanagement wordt getypeerd als een relatie op basis van de principaal-steward theorie. Volgens de respondenten was er sprake van een gelijkwaardige vertrouwensrelatie en was er veel ruimte voor zelfsturing. Beide partijen waren intrinsiek gemotiveerd om het fonds tot een succes te maken. Dat het fonds echter twee van de drie doelstellingen niet heeft behaald, is door de respondenten te verklaren door externe factoren. Voor de gemeente Rotterdam zijn verschillende aanbevelingen gedaan. Allereerst dient de gemeente Rotterdam voor meer continuïteit te zorgen. De gemeente Rotterdam kende ten tijde van het fonds veel personeelswisselingen, waardoor de manier van sturing ook steeds veranderde. Dit is niet bevorderlijk voor de relatie tussen de aandeelhouders en het fonds. Ten tweede was het publieke belang wat met het fonds gemoeid was, niet voor alle betrokken personen duidelijk. Aanbevolen is dan ook om de KPI’s van het fonds kenbaar te maken aan betrokkenen en om aan prestatiemanagement te doen. Op deze manier is er meer aandacht voor de doelstellingen. Ten derde zou de gemeente de kansen van het fonds om succesvol te kunnen investeren moeten vergroten. Vervolgonderzoek zou moeten aantonen of deze kansen kunnen worden vergroot door het verlengen van de looptijd, de financiële omvang te vergroten of door het fonds minder lokaal te laten investeren. Een vierde en laatste aanbeveling is het instellen van een evaluatie- of beloningsbeleid. Op deze manier zal het fondsmanagement meer gemotiveerd zijn om ook het publieke belang te dienen en niet alleen het eigen belang.

Prof.dr. S. van Thiel, Dr. K. Migchelbrink
hdl.handle.net/2105/58484
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Louise Hoek. (2021, August 19). Het aandeelhouderschap van de gemeente Rotterdam in een fonds. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/58484