Een significant aantal Rijksambtenaren staat op het punt om binnen nu en een paar jaar de organisatie te verlaten. De reden hiervan is pensionering en uitstroom van externe medewerkers. Hierdoor ontstaat het gevaar dat veel kennis verloren gaat die cruciaal is voor het voortbestaan van de organisatie. Om die reden is op deductieve wijze onderzocht op welke manier samenwerking en sociale interactie kunnen bijdragen aan kennisoverdracht in de publieke sector. Dit is gedaan door een casestudie uit te voeren bij een overheidsinstantie die tevens met deze problematiek te maken heeft, namelijk het ministerie van Economische Zaken en Klimaat onderdeel Dienst ICT Uitvoering. Allereerst is onderzocht wat er al bekend is met betrekking tot dit vraagstuk. Zo blijkt uit de literatuur dat een viertal dimensies belangrijk zijn voor samenwerking om te komen tot kennisoverdracht, namelijk: een gezamenlijk doel, de mogelijkheid tot observeren, voldoende communicatie en een vertrouwensbasis. Wat betreft de sociale interactie is het ook belangrijk om communicatie en vertrouwensbasis te hebben om tot kennisoverdracht te komen. Echter bij communicatie wordt hierbij ook informele communicatie meegenomen. Middels semigestructureerde interviews is bij 15 respondenten gevraagd hoe zij aankijken tegen de genoemde dimensies. Na de empirie gecodeerd en geanalyseerd te hebben, blijkt dat zowel vertrouwen en communicatie belangrijk zijn om te komen tot kennisoverdracht middels samenwerking en sociale interactie. Voor specifiek samenwerking geldt dat ook de mogelijkheid tot observeren en een gezamenlijk doel beide een bijdrage leveren aan kennisoverdracht. Kortom, theorie en praktijk komen in grote lijnen overeen en de conclusie van het onderzoek is dan ook dat samenwerking en sociale interactie beide kunnen bijdragen aan kennisoverdracht. Het belangrijk om daarbij te zorgen dat er bij zowel samenwerking als sociale interactie sprake is van voldoende interpersoonlijk vertrouwen en communicatie. Bij samenwerking is het tevens belangrijk om voldoende mogelijkheden te bewerkstelligen om te observeren en mensen te laten werken aan een gezamenlijk doel.