In het kader van de Master Grootstedelijke Vraagstukken en Beleid richt dit onderzoek zich op de vraag welke factoren van invloed zijn op de omvang van de creatieve klasse in Nederlandse steden. Het tracht inzicht te geven in de factoren en kenmerken van de 50 grootste gemeenten van Nederland die een rol spelen voor de omvang van de creatieve klasse in die gemeenten. De creatieve klasse bestaat uit mensen die vanuit creativiteit iets voortbrengen en daar van leven. Volgens de Amerikaan Richard Florida (2002) is de creatieve klasse vandaag de dag van groot belang voor economische groei. Hij geeft in zijn boek het recept, namelijk wat steden moeten hebben om aantrekkelijk te zijn voor de creatieve klasse, met als belangrijkste ingrediënt de 3 T’s, Talent, Tolerantie en Technologie: een talentvol en tolerant klimaat, en een uitgebreide technologische en innovatieve sector zijn onontbeerlijk voor de creatieve klasse. Dit idee is in Nederland erg in trek onder beleidsmakers. Maar is dat wel terecht? Uit de literatuur blijkt dat critici van Florida meer vertrouwen hebben in voorzieningen en kenmerken die in een stad de leefbaarheid en consumptieve mogelijkheden bevorderen, welke amenities worden genoemd. Voorbeelden zijn horeca en kunst en cultuur. Uit de statistische analyse die is uitgevoerd, is gebleken dat een groot deel van die amenities correleren met de relatieve omvang van de creatieve klassen. Dit geldt eveneens voor de 3 T’s. Na regressieanalyse blijkt dat slechts enkele van alle verbanden ook causaal zijn. Deze correctie voor de andere factoren heeft tot gevolg gehad dat een groot deel afvalt als onafhankelijke factor. Van voorspellende waarde voor de omvang van de creatieve klasse is alleen sprake bij de omvang van de homoscene en de relatieve omvang van de ICT sector; Tolerantie en Technologie. Ook is gebleken dat de relatieve omvang van de creatieve klasse niet kan voorspellen hoe het is gesteld met de ontwikkeling van werkgelegenheid in de gemeenten: de creatieve klasse is geen directe invloed op de groei van werkgelegenheid. Deze uitkomst wijst erop dat de creatieve klasse een zeer betrekkelijke factor is in stedelijke economieën. Uit een verkenning van de beleidsmaatregelen en initiatieven van de 50 gemeenten is gebleken dat veel tijd en geld wordt geïnvesteerd in het aantrekken van de creatieve klasse. Ambitieuze plannen met betrekking tot de baten van een grote creatieve klasse liggen hieraan ten grondslag. Bovendien is het onderscheid tussen de creatieve klasse als inwonersgroep en de creatieve klasse als groep ondernemers of arbeidskrachten in de creatieve sector niet altijd duidelijk. Dit beeld, gecombineerd met de uitkomsten van de statistische analyse, namelijk dat een direct causaal verband tussen de factoren en de creatieve klasse nauwelijks bevestigd kan worden, geeft aanleiding tot heroverweging van het belang dat aan de creatieve klasse wordt toegedicht. Het door gemeenten stimuleren van het klimaat, sectoren en voorzieningen, allemaal met het oog op de creatieve klasse, en gericht op economische vooruitgang, kan immers maar in beperkte mate met de uitkomsten van dit onderzoek worden gelegitimeerd.

, ,
Braster, Prof.Dr. J.F.A., Burgers, Prof.Dr. J.P.L.
hdl.handle.net/2105/5860
Sociology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Poelman, Bregje. (2009, August 24). De Aantrekkingskracht tot de Creatieve Klasse .. Sociology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/5860