De auteur heeft onderzoek gedaan naar de btw-behandeling ten aanzien van de verkoop van deelnemingen door belastingplichtige (moeiende) houdstermaatschappijen. Gelet op de hoofdvraag spitst de thesis zich met name toe op de vraag of de Nederlandse btw-behandeling (die voortvloeit uit arresten van de Hoge Raad en besluitgeving van de Staatssecretaris van Financien) houdbaar is ten overstaan van de jurisprudentie die is gewezen door het Europese Hof van Justitie. De scriptie start met een onderzoek naar het rechtskarakter van de omzetbelasting, op grond waarvan het gemeenschappelijke btw-stelsel is vormgegeven. Vervolgens wordt de vertaling van het rechtskarakter in de technische vormgeving van de btw-richtlijn aan de orde gesteld, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de begrippen 'ondernemerschap' en 'economische activiteit'. Nadat de auteur heeft stilgestaan bij de inbreuk die het bestaan van vrijstellingsbepalingen in de btw-richtlijn maakt op het rechtskarakter van de omzetbelasting, komen de begrippen 'ondernemerschap' en 'economische activiteit' nader aan de orde wanneer de auteur ingaat op de vele arresten die het Hof van Justitie EG ten aanzien van de btw-behandeling van transacties inzaken aandelen en deelnemingen heeft gewezen. In het daarop volgende hoofdstuk beschrijft hij welke besluitgeving en jurisprudentie in nationaal verband bestaat en toetst hij, ter beantwoording van de hoofdvraag, of deze nationale jurisprudentie en besluitgeving zich wel verhoudt met de Europese jurisprudentie. Als afronding van de thesis toetst de auteur of de door het Hof van Justitie EG gewezen jurisprudentie wel in lijn is met het eerder in de scriptie aan de orde gestelde rechtskarakter van de btw.

, , , , ,
Oerlemans, P.C.J.
hdl.handle.net/2105/5996
Fiscale Economie
Erasmus School of Economics

Boender, J.B.J. (2009, September 3). Holdings en btw: een glazen labyrint?!. Fiscale Economie. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/5996