MANAGEMENTSAMENVATTING Ontwikkelingen zoals de opkomst van e-governance, veranderende wetgeving en een veranderende burger vragen om een veerkrachtigere overheid. Innovatie en het door ontwikkelen van bestaande processen zijn hierbij nodig in publieke organisaties om legitimiteit en kwaliteit van publieke diensten te kunnen blijven garanderen. Deze tweebenigheid om zowel discontinue als continue veranderingen aan te brengen in publieke diensten zet publiek leiderschap onder druk. Vooral onder lijnmanagers en hun teams die dichtbij de dagelijkse taakuitvoering van een publieke organisatie zitten. Daarom heeft dit onderzoek als doel om inzichtelijk te maken hoe leiderschap inspeelt op de balans tussen team exploratie en team exploitatie bij de gemeente Rotterdam. Team exploratie wordt in dit onderzoek omschreven als het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden en kennis om tot innovatie en verandering te komen. Team exploitatie daarentegen draait om het perfectioneren van bestaande kennis en vaardigheden om huidige processen incrementeel te verbeteren. Team exploratie en team exploitatie tracht dit onderzoek te verklaren aan de hand van twee soorten leiderschap, namelijk transactioneel leiderschap & transformationeel leiderschap. Transactioneel leiderschap is een hands-off management stijl waarbij management bij uitzondering en een focus op proces centraal staan. Daarentegen, is transformationeel leiderschap geijkt op een aantal kenmerken, de zogeheten 4I’s: intellectuele stimulatie, individuele consideratie, inspiratievolle motivatie en geïdealiseerde invloed. Deze kenmerken dragen bij aan het creëren van een team waarin individuen zich in hun kracht voelen. Deze leiderschapsstijlen worden in de centrale probleemstelling in relatie gebracht tot team ambidextrie: Wat is de invloed van een transactioneel en/of transformationeel lijnmanager op de balans tussen exploratie en exploitatie op team-niveau in een publieke organisatie (de gemeente Rotterdam), en hoe kan dit verklaard worden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn er twee verschillende methodieken uitgevoerd. Dit mixed-methods onderzoeksdesign geeft de mogelijkheid om zowel inductief als deductief te werk te gaan. Het onderzoek is kwantitatief leidend, waarbij er zowel een survey als interviews zijn afgenomen. Ten eerste is er een vragenlijst verspreid onder lijnmanagers van de 5 hele gemeente Rotterdam. Deze vragenlijst vroeg naar leiderschapsstijl, team exploratie en team exploitatie en is 153 keer volledig ingevuld. Uit de resultaten blijkt dat er een significant positief verband is tussen transformationeel leiderschap en team exploratie, met andere woorden lijnmanagers die zich richten op individuele aandacht en motivatie zullen meer innovatie stimuleren. Echter bleek geen van de overige veronderstelde relaties bewezen in de vragenlijst, tussen transactioneel leiderschap en team exploratie en team exploitatie en ook niet tussen transformationeel leiderschap en team exploitatie. Om erachter te komen waarom deze relaties ontbreken zijn er van elk cluster lijnmanagers geïnterviewd ter verdieping. De kwalitatieve data uit de interviews toont aan dat de context van een team van belang is bij het aannemen van een leiderschapsstijl voor de leidinggevende. Vooral de functies, opleidingsniveau en de fit tussen leidinggevende en team spelen een cruciale rol. Daarnaast verklaren de respondenten dat transformationeel leiderschap het ideaal is binnen de gemeente, echter dat transactioneel leiderschap vaak door de publieke context gevraagd wordt. Alhoewel deze relatie niet significant bleek in de kwantitatieve data. De kwalitatieve data erkent dat lijnmanagers het als vanzelfsprekend ervaren dat dagelijkse processen bij een gemeente door dienen te gaan. Daarom concludeert dit onderzoek als antwoord op de hoofdvraag dat transactioneel en transformationeel leiderschap wel degelijk invloed hebben op de balans in team ambidextrie. Daarbovenop lijkt transformationeel leiderschap in direct positief verband te staan met team exploratie en transactioneel leiderschap met team exploitatie. Dit onderzoek doet twee aanbevelingen aan het leiderschapsprogramma Rotterdams Leiderschap. Ten eerste, bewijst de relatie tussen transformationeel leiderschap en team exploratie dat er mogelijkheid bestaat om innovatie in teams te sturen. Daarom wordt aanbevolen om de gedragingen motiveren om te experimenteren met een oog voor de individuele werknemer op te nemen bij de leiderschapsprincipes van dit programma. Ten tweede, blijkt vooral uit de kwalitatieve data dat veel lijnmanagers dergelijke leiderschapsprogramma’s als te generiek ervaren. Er is onvoldoende aandacht voor de antecedenten van leidinggeven op lijnmanagement niveau. Daarom luidt de tweede aanbeveling om meer samenwerking aan te gaan met alle onderdelen van de organisatie bij het formuleren van een leiderschapsontwikkelingsprogramma door clustervertegenwoordigers aan te wijzen.

, , , , , , ,
Dr. N. Cannaerts, Prof.dr. L. den Dulk
hdl.handle.net/2105/61164
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Manon Koopman. (2021, August 7). TEAM-AMBIDEXTRIE IN DE PIJPLIJN. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/61164