Kunst of Kaskraker? De vraag die centraal staat in dit onderzoek is: Welke overeenkomsten en verschillen bestaan er tussen de berichtgeving over film in Britse en Nederlandse kwaliteitskranten en in hoeverre varieert dit bij de aandacht voor artistieke succesvolle films en films met commercieel succes? Voor het beantwoorden van deze vraag is een inhoudsanalyse gemaakt. Van vijf geselecteerde commercieel succesvolle films en vijf artistiek succesvolle films is ongeveer gedurende een jaar de berichtgeving nagegaan in vier Nederlandse kwaliteitskranten en vier Britse kwaliteitskranten. De recensies uit deze kranten over de tien films vormen het belangrijkste onderzoeksgebied. Er zitten veel overeenkomsten in de filmberichtgeving tussen Nederland en Groot-Brittannië. Op diverse vlakken tonen ze ongeveer hetzelfde patroon als het gaat om de benadering van film in de recensies. Vaak benaderen de Britse kranten film duidelijker als kunst, dan de Nederlandse kranten, maar vervolgens worden ook de criteria om de populaire cultuur te duiden, in de Britse kranten vaker toegepast. Dit land maakt over het algemeen dus meer gebruik van de diverse criteria die voor dit onderzoek zijn geformuleerd, op kunst- én op populair vlak. De grootste en ook meest significante verschillen echter zijn niet van inhoudelijke aard: de recensies in Groot-Brittannië zijn aanzienlijk langer, er is een uitgebreidere, langdurigere en serieuzere overige filmberichtgeving. Als we beide landen samen nemen en het verschil in artistieke en commerciële films onderzoeken, zien we dat de artistieke films, zoals had kunnen verwacht, vaker als kunst worden geduid dan de commerciële films. Dit gaat echter over de inhoud. Als we naar de commerciële films kijken, zien we dat deze films meer aandacht krijgen in het aantal woorden en aantal overige artikelen en er voor de commerciële films simpelweg meer publiciteit is. Bij de commerciële films zien we dat wat betreft de variabelen om de film als kunst te duiden, de Nederlandse kranten dit over het algemeen meer doen, dan de Britse kranten, maar nergens wordt er echter een significant verschil aangetoond. Als we kijken naar de variabelen om de artistieke film als kunst te duiden, zien we dat Groot-Brittannië hier iets beter scoort. Maar de Britse kranten scoren ook hoger bij het duiden van artistieke films als populaire cultuur. Concluderend kunnen we stellen, dat de twee landen wat betreft de inhoud van de filmrecensies weinig van elkaar verschillen, maar dat de algehele filmberichtgeving in Groot-Brittannië aanzienlijk uitgebreider is dan in Nederland. De artistieke films worden in beide landen vaker als kunst geduid, dan de commerciële films, zoals te verwachten viel. Daarentegen krijgen de commerciële films veel uitgebreider en meer diverse publiciteit met langere recensies en meer artikelen. Hierdoor krijg je de indruk dat er bij de kwaliteitskranten nog altijd een scheiding bestaat wat betreft de hiërarchie in film (de artistieke films zijn ‘beter’ dan de commerciële films), maar dat de commerciële films paradoxaal genoeg wel meer aandacht krijgen. De commerciële gedachte hierachter ligt voor de hand: mensen willen liever lezen over de kaskrakers dan over de kunstzinnige films, en de kranten bedienen hierin hun lezers. Maar dit wil niet zeggen dat de recensenten, als critici, de commerciële films ook positief gaan beoordelen. Integendeel zelfs.