Vrijwel elke Nederlandse krant heeft tegenwoordig sportjournalisten in dienst die verslag doen van sportevenementen en –wedstrijden. Toch wordt de sportjournalistiek door de ‘serieuzere’ journalisten niet altijd even serieus genomen. ‘Als je niets kan, kun je altijd nog sportjournalist worden’, schijnt een Volkskrantredacteur ooit gezegd te hebben (Van Zoonen, 2002).Verschillende vooroordelen heersen over de sportjournalistiek. Zo zou de sportjournalistiek chauvinistisch zijn en minder objectief dan de ‘echte’ journalistiek. Ook wordt wel gezegd dat sportjournalisten, omdat sport nauw verbonden is met emotie en beleving, emotionelere bewoordingen gebruiken in hun artikelen dan serieuze journalisten (Beunders, 2002). Co Adriaanse, in 2003 trainer van de Alkmaarse eredivisievoetbalclub AZ, zei na een door AZ met 5-1 verloren wedstrijd tegen Roda JC dat Nederlandse sportjournalisten ‘scorebordjournalistiek bedreven’, door alleen te willen praten over de uitslag van de wedstrijd en niet over de kwaliteit van het door AZ gespeelde spel (Holland, 2008). De zogenaamde ‘scorebordjournalistiek’ zag Adriaanse als symptoom van een groter probleem, namelijk het vermeende ‘falen’ van de sportjournalistiek in Nederland. Dit onderzoek richt zich op de vooroordelen die de positie van de sportjournalistiek ondermijnen. Is er in de Nederlandse sportjournalistiek inderdaad sprake van chauvinisme? Wordt er in de sportjournalistiek gebruik gemaakt van emotionele(re) bewoordingen? En in hoeverre is er sprake van een gebrek aan objectiviteit in de sportverslaggeving? De vraag of de Nederlandse sportpers terecht wordt gezien als vreemde eens binnen de journalistieke bijt staat hier centraal. De vermeende subjectiviteit, het chauvinisme en de emotionalisering van de Nederlandse voetbalpers wordt onderzocht, met als uitgangspunt de term ‘scorebordjournalistiek’. Uit het onderzoek blijkt dat Co Adriaanse gelijk had: scorebordjournalistiek bestaat. Voor een deel, namelijk bijna 50 procent, valt de beoordeling van het spel van de ploegen in de onderzochte 292 wedstrijdverslagen te verklaren door de uitslag van de wedstrijd. Er is dus sprake van een zekere mate van scorebordjournalistiek, zowel in de koppen als in de artikelen zelf. De beoordeling van de kwaliteit van het spel van de ploegen lijkt weinig overeen te komen met de berekende ‘objectieve’ bepaling van de spelkwaliteit. Het NRC Handelsblad is de minst ‘objectieve’ krant van de zes onderzochte kranten. In het Eindhovens Dagblad komen de beoordelingen door de journalist het meest overeen met de berekende ‘objectieve’ bepaling van de spelkwaliteit. Dit is verrassend, omdat het NRC wordt gezien als zogenaamde kwaliteitskrant en dus als ‘objectiever’. In het geval van wedstrijdverslagen van voetbalwedstrijden gaat dit dus niet op. Ook lijkt er enige sprake te zijn van chauvinisme in de regionale dagbladen, maar het Eindhovens Dagblad is veel vaker ‘onterecht’ positief over PSV dan het Parool is over Ajax in zijn beoordeling van het spel van de lokale ploeg. Wat emotionalisering betreft, lijkt het erop dat de theorie (Beunders, 2002) overeenkomt met de praktijk. In meer dan 70 procent van alle onderzochte koppen boven de wedstrijdverslagen is sprake van het gebruik van emotionele bewoordingen.

, , , , , ,
Peeters, drs. A.L.
hdl.handle.net/2105/6287
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Boonstoppel, A. (2009, August 31). Scorebordjournalistiek. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/6287