Beelden hebben in korte tijd een belangrijke status verworven op het gebied van informatievoorziening, communicatie en entertainment. Volgens sommigen zijn beelden zelfs zo belangrijk geworden dat ze het woord langzaamaan verdringen en woorden alleen niet langer in staat zijn de moderne Westerse mens te overtuigen en te raken. Aan de opkomst van het beeld zijn talloze publicaties gewijd, het begrip beeldcultuur wordt steeds vaker door wetenschappers behandeld en het verschijnsel zelf onder de loep genomen. Maar aan het hoe en waarom hiervan wordt opvallend weinig aandacht besteed. In deze thesis wordt een poging gedaan te achterhalen of beelden in onze samenleving inderdaad belangrijker gevonden worden dan woorden en indien het antwoord op deze vraag ,,Ja” luidt waarom dan. Beelden zijn er in allerlei soorten en maten en de Nederlandse samenleving telt tegenwoordig meer dan 16 miljoen mensen. Onderzoek naar beelden in het algemeen en de gehele samenleving is daarom onmogelijk. Om het onderzoek toch uitvoerbaar te maken is het onderzoeksonderwerp beperkt tot beelden in Nederlandse televisie-programma’s. De vraag waarop een antwoord gezocht wordt is: Welke betekenis hebben woord en beeld in Nederlandse televisieprogramma’s uit verschillende genres voor de kijker? De onderzoekspopulatie bestaat uit een zestal respondenten met een auditieve of een visuele handicap. Hiervoor is gekozen omdat te verwachten valt dat mensen met een visuele of auditieve handicap zich beter bewust zijn van de rol die het woord of het beeld afzonderlijk van elkaar spelen in televisieprogramma’s. De gebruikte onderzoeks-methoden zijn het interview en de participerende observatie. Het onderzoek is van beperkte omvang en heeft een explorerend karakter. Het is vooral bedoeld om aandacht te vestigen op onbeantwoorde vragen met betrekking tot de waarde van het woord en het beeld op het gebied van informatievoorziening en communicatie binnen de moderne Westerse samenleving. Dit onderzoek is zelf te beperkt om hierover uitspraken te kunnen doen, maar er worden wel uitspraken gedaan over de informatieve waarde, de functie en de aantrekkingskracht van het woord en het beeld in Nederlandse televisieprogramma’s en hun verhouding tot elkaar. Zo blijkt dat het woord en het beeld ongelijksoortige informatie bieden. Los van elkaar blijken zij niet in staat een boodschap volledig over te brengen. Er is dus sprake van een sterke afhankelijkheidsrelatie tussen het woord en het beeld. Zij vullen elkaar aan door die informatie te bieden die moeilijk te verwoorden of te visualiseren valt. Een goede combinatie van woord en beeld blijkt het meest waardevol voor de beeldvorming. Het is in principe dan ook de combinatie van het visuele en het auditieve element die niet alleen de meeste informatie biedt, maar ook de meeste indruk maakt. Tenminste als zij elkaar ondersteunen en de kijker niet in verwarring brengen door conflicterende informatie te bieden. In een dergelijk geval kan de aandacht van de kijker maar naar één signaal uitgaan. Welk signaal dat is, is afhankelijk van een groot aantal factoren en kan per persoon verschillend zijn. Voor het overbrengen van een boodschap of het bieden van zoveel mogelijk informatie is het dus van groot belang dat woorden en beelden elkaar ondersteunen en aanvullen. Hierin is een belangrijke taak voor televisieproducenten weggelegd, misschien vooral voor die van informatieve programma’s zoals het Journaal en actualiteitenrubrieken. Tot op welke hoogte er sprake is van overeenstemming tussen woord en beeld in televisieprogramma’s is een interessante vraag voor verder onderzoek in deze richting.

, , , , ,
Beunders, prof. dr.H.J.G.
hdl.handle.net/2105/6298
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Bennink, E. (2009, January 28). Ogen en oren tekort. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/6298