In dagbladen en overige media zijn herhaaldelijk discussies verschenen die gingen over de status kapitalisme. Dit onderzoek geeft de mogelijkheid om deze discussie van 2008 te plaatsen in eerdere discussies over het kapitalisme tijdens eerdere crises, en wel die van 1929 en 1973. Per periode zijn twee kranten gekozen waarbij één krant een constante was, namelijk de Nieuw Rotterdamse Courant/het NRC Handelsblad. De overige kranten bestonden uit het Vaderland, De Telegraaf en de Volkskrant. Per periode zal eveneens een casus worden belicht waar overheidsingrijpen centraal staat. De cases zijn achtereenvolgens de New Deal, de Machtigingswet van het kabinet Den Uyl en de Nationalisatie van Banken. Bij de artikelen die zijn gevonden in diverse kranten spelen meerdere inzichten een rol om eventuele opmerkelijkheden en verschillen te kunnen duiden. Ten eerste zijn er economische theorieën over overheidsingrijpen die door de loop van vorige eeuw meer of minder populair zijn geworden. Denk hierbij aan Keynes en Friedman. Eveneens is er sprake van een veranderd medialandschap waar de rol van de journalist verschoof van schoothond, naar waakhond en vervolgens naar Cerberus: de meerkoppige hond. Maatschappelijke ontwikkelingen en andere ideologieën hierin speelden ook een rol in de positie die het kapitalisme zou kunnen innemen. Het maakt nogal uit of er een reëel alternatief voorhanden is of dat er wereldwijd slechts één systeem dominant is.Voor 1929 gold bijvoorbeeld dat het communisme zich ‘goed’ ontwikkelde en minder last leek te hebben van de economische malaise die volgde op de beurskrach. In 1973 wordt de status van het kapitalisme mede bepaald door de Koude Oorlog. De discussie over maatschappelijke systemen is niet nieuw; evenmin het plaatsvinden van economische crises. In periodes van onzekerheid, zoals ten tijde van economische tegenslag, lijkt het logisch dat er wordt gekeken naar alternatieve opties. In 2008 lijkt er echter geen ander groot systeem voorhanden. Het communistische systeem, dat jarenlang de tegenhanger was van het kapitalisme, is inmiddels zo goed als failliet. Zelfs landen als China, die voorheen veel meer tot het communisme waren aangetrokken, vertonen kapitalistische trekken. De Amerikaanse politicoloog en filosoof Francis Fukuyama verdedigt in zijn boek The end of history and the last men (1992) de stelling dat het einde van de Koude Oorlog tegelijkertijd het einde betekende voor de ideologische evolutie en dat de Westerse liberale democratie universeel gezien als de ultieme vorm van regeren zou worden beschouwd. Toch ontstond naar aanleiding van de economische crisis in 2008 opnieuw discussie over de juistheid van het systeem. Heeft Fukuyama ongelijk gekregen of zal het kapitalisme alsnog blijven voortbestaan? Het onderzoek biedt zowel een kwantitatieve als kwalitatieve analyse van berichtgeving over de status van het kapitalisme in enkele landelijke dagbladen. Gelet wordt op hoe er over het kapitalisme gesproken wordt en wat de overeenkomsten en verschillen zijn met de crises in 1929 en 1973.

, , , , ,
Engelbert MA, J.M.
hdl.handle.net/2105/6321
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Kraaijenveld, M. (2009, August 31). Crisis als ideologisch keerpunt?. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/6321