Waarom houdt de één de krant wel aan, en de ander niet?

Per 1 september 2005 verschijnt de fusiekrant AD Rotterdams Dagblad en hiermee is definitief een einde gekomen aan het Rotterdams Dagblad als zelfstandige krant. De lezers zagen hun krant overgaan in de nieuwe fusiekrant en waren noodgedwongen deze nieuwe krant te ontvangen. Dit leidde dan ook tot een aantal opzeggingen. Gezien het feit dat de lezers vrijwel geen enkele invloed op deze beslissing hadden, is de komst van de fusiekrant AD Rotterdams Dagblad (editie Voorne-Putten) vanuit het oogpunt van de lezers onderzocht. Het AD Rotterdams Dagblad komt voort uit de fusie tussen Wegener en PCM. De hoofdvraag luidt: om welke redenen gaven de voormalige abonnees van het AD Rotterdams Dagblad (editie Voorne-Putten) hun krant op en welke redenen geven de huidige abonnees van het AD Rotterdams Dagblad (editie Voorne-Putten) op om hun krant aan te houden? Om hierop antwoord te krijgen zijn vijftien voormalige en zestien huidige abonnees van het AD Rotterdams Dagblad (editie Voorne-Putten) uit Spijkenisse geïnterviewd. Deze methode is onderdeel van de uses and gratifications-benadering. De verwachting is dat er door de komst van de fusiekrant een te grote breuk is ontstaan in de vorm (nu tabloidformaat) en de inhoud (nu te weinig informatie over Voorne-Putten). Ook het feit dat de krant nu de titel AD Rotterdams Dagblad heeft en dat het Rotterdams Dagblad als zelfstandige titel is verdwenen zal zeker meespelen bij de respondenten. Er wordt verwacht dat mensen de krant opgezegd hebben vanwege de afname van het nieuws over Voorne-Putten. Degenen die de krant aangehouden hebben zullen wellicht dezelfde mening hebben, maar zien dit niet als reden tot opzegging. Naast de redenen van opzeggen en aanhouden van het abonnement heb ik de respondenten ook vragen gesteld die betrekking hebben op de brand AD Rotterdams Dagblad (editie Voorne-Putten), de functie(s) die de krant volgens de (voormalige) lezers moet vervullen, het wel of niet lezen van de krant uit gewoonte, de frequentie van het lezen van de krant, de inhoud van de krant, de berichtgeving over de regio (informatievoorziening) en De Botlek 1, de secundaire behoeften van de (voormalige) krantenlezers en de institutionele factoren die een rol kunnen spelen.