De paniek en het vervolg hierop in de beginperiode van de financiële crises van 1929 en 2008 hebben economisch gezien een vergelijkbaar karakter en zijn in de media veelvuldig met elkaar vergeleken. Gezien het feit dat de dagbladen zelf aangeven dat de financiële crises van 2008 en 1929 vergelijkbaar zijn, roept dit de vraag op of deze financiële crises ook op dezelfde wijze zijn weergegeven door de Nederlandse dagbladen. Dit is in deze thesis onderzocht door het uitvoeren van framingonderzoek in combinatie met bronnenonderzoek. Voor beide methoden in zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek uitgevoerd. De thesis laat zien dat de combinatie van kwantitatief framing- en bronnenonderzoek gevolgd door een kwalitatieve analyse een completer beeld geeft van framing van een nieuwsonderwerp dan wanneer dit zich beperkt tot één van deze methoden. Voor het onderzoek zijn Nederlandse dagbladen geselecteerd en dit heeft geresulteerd in de volgende onderzoeksvraag: Hoe worden de beginperioden van de financiële crises van 1929 en 2008 in de Nederlandse dagbladen De Telegraaf en Algemeen Handelsblad / NRC Handelsblad weergegeven? Om deze vraag te beantwoorden is allereerst de aanwezigheid van framing bestudeerd. Framing kan in het kort worden uitgelegd als het perspectief van waaruit de journalist het nieuwsonderwerp (in dit geval een financiële crisis) belicht. Vervolgens zijn de hierbij gebruikte bronnen, onder wie ook de journalist zelf, en de achterliggende belangen van deze personen en organisaties onderzocht. Met al deze kwantitatieve en kwalitatieve uitkomsten zijn synchronische en diachronische vergelijkingen gemaakt tussen de onderzochte dagbladen en de onderzochte financiële crises (gebeurtenissen). Uit het kwantitatieve framingonderzoek blijkt onder meer dat het economische gevolgenframe in de berichtgeving over de financiële crises in beide dagbladen en in beide perioden het vaakst voorkomt. Er kan hier echter niet worden gesproken van een dominant frame aangezien de andere vijf frames ook aanwezig zijn, waarvan in belangrijke mate ook het crisisframe en het verantwoordelijkheidsframe. Het crisisframe komt in NRC Handelsblad vaker voor dan in De Telegraaf. NRC Handelsblad spreekt vaker van extreme veranderingen voor het financiële stelsel en trekt vergelijkingen met de financiële crisis van 1929. Uit het kwantitatieve bronnenonderzoek blijkt onder meer dat de bronnen die gebruikt zijn in framing van de financiële crises vooral bestaan uit journalisten van de onderzochte dagbladen, personen uit het bedrijfsleven, overheidsbronnen en ongespecificeerde bronnen. Deze bronnen zijn voornamelijk gebruikt voor feitelijke en evaluerende kennis, waarbij feitelijke informatie grotendeels afkomstig is van journalisten zelf met als gevolg dat zij een belangrijke rol in framing spelen. Om inzicht te krijgen in wie wat precies heeft gezegd en wie er een rol spelen in framing van de financiële crises is het meest aanwezige economische gevolgenframe kwalitatief geanalyseerd. 2 Hieruit blijkt dat kwantitatieve resultaten van verschillende dagbladen of perioden die op het eerste gezicht hetzelfde lijken, toch verschillend kunnen zijn qua framing en brongebruik. Het maakt duidelijk dat er verschillende patronen aanwezig zijn binnen het economische gevolgenframe en dat ook de aanwezigheid van de bronnen en de weergave van achterliggende belangen uiteenlopen. Verklaringen hiervoor kunnen worden gevonden in nieuwswaarden en de historische context van de financiële crises.

, , , , ,
Kester, dr. B.C.M.
hdl.handle.net/2105/6365
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Scheijen, M.S. van. (2009, July 24). Framing van finaciele crises. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/6365