DOELSTELLING ONDERZOEK Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van het publiek van erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Naast een inventarisatie van resultaten van publieksonderzoeken van verschillende instellingen met erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog, heb ik een publieksonderzoek opgezet en uitgevoerd bij Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort. ONDERZOEKSVRAGEN EN THEORETISCH KADER De onderzoeksvraag van deze masterthesis luidt als volgt: Hoe groot is de belangstelling voor cultureel erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog in Nederland en hoe is dit publiek samengesteld? Hierbij zijn de volgende deelvragen opgesteld: - Hoe groot is de receptieve deelname aan kleine en grote oorlogs- en verzetsmusea en erfgoedlocaties uit de Tweede Wereldoorlog? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen het publiek? - Zijn er verschillen tussen het publiek van instellingen met erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog en het totale museumpubliek? In het theoretisch kader wordt de aanhoudende en veranderende belangstelling voor onder andere de Tweede Wereldoorlog beschreven en verklaard door in te gaan op een door wetenschappers geconstateerde toegenomen belangstelling in het verleden in de tweede helft van de 20ste eeuw. Hierbij wordt ingegaan op het begrip ‘Dark Tourism’ en de wijze van herdenken en herinneren van de Tweede Wereldoorlog na de bevrijding tot heden. RESULTATEN De belangstelling voor Tweede Wereldoorlogerfgoed is de laatste decennia toegenomen. Veel Nederlanders hechten meer dan zestig jaar na de oorlog waarde aan 4 en 5 mei. Daarnaast worden er nog veel boeken en films over de Tweede Wereldoorlog uitgebracht en de bezoekersaantallen van de verschillende instellingen met Tweede Wereldoorlogerfgoed stijgen. Bij Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort komen nog dagelijks verzoeken binnen van nabestaanden voor informatie over familieleden die in Kamp Amersfoort hebben gezeten. Er wordt bovendien regelmatig nieuwe informatie ontdekt, zoals een archief in Duitsland met een uitgebreide administratie van duizenden gevangen, waardoor nieuwe inzichten kunnen ontstaan. Kortom de Tweede Wereldoorlog is nog niet voorbij. De oprichtingen van stichtingen, bezoekerscentra en musea over de Tweede Wereldoorlog vonden voornamelijk plaats in de jaren tachtig. Hoewel instellingen met erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog niet onder de verantwoordelijkheid vallen van het ministerie van OCW maar van het ministerie van VWS, vertonen zij daarentegen veel overeenkomsten met andere musea op het gebied van beleidsvoering en publieksopbouw. Een aanzienlijk gedeelte van het publiek van oorlogs- en verzetsmusea en erfgoedlocaties bestaat uit toeristen, waaronder Nederlandse en buitenlandse toeristen. Met andere woorden, Dark Tourism is ook in Nederland een feit. Niet alleen kleine oorlogs- en verzetsmusea, maar ook kleine erfgoedlocaties met Tweede Wereldoorlogerfgoed hebben vergelijkbare resultaten uit hun publieksonderzoeken als andere kleine musea in Nederland. Dit is ook het geval bij Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Zo zijn er overeenkomsten in de hoge percentage bezoekers uit de regio, de hoge waardering voor het persoonlijke contact met het personeel, informatieverstrekking en de aspecten die minder goed beoordeeld worden, zoals de parkeergelegenheid en de bewegwijzering naar het herinneringscentrum.

Halbertsma, prof.dr. M.
hdl.handle.net/2105/6381
Sociologie van Kunst en Cultuur , Master Arts, Culture & Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Dragt, M. van. (2009, August 31). Een onderzoek naar het publiek van erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/6381