De onderzoeksvraag waarop een antwoord wordt gezocht in deze thesis luidt als volgt: wat is de motivatie van volwassen amateurkunstenaars in Rotterdam om een vorm van amateurkunst te beoefenen en om wel of niet deel te nemen aan cursussen? Amateurkunst staat midden in de belangstelling de afgelopen jaren. Nadat bleek dat een op de drie Nederlanders een vorm van amateurkunst beoefent, zijn beleidsmakers flink gaan inzetten op amateurkunst. In Nederland zijn er 5,5 miljoen beoefenaars van 6 jaar en ouder te tellen die een of meerdere vormen van amateurkunst beoefenen. De amateurkunstenaar is over het algemeen hoog opgeleid, autochtoon en er zijn meer vrouwen dan mannen die een vorm van amateurkunst beoefenen. (SCP, 2005 e.a.). Ongeveer twee op de drie amateurkunstenaars is vrouw. Hoger opgeleiden beoefenen iets vaker amateurkunst dan lager opgeleiden, maar het verschil is niet heel erg groot. Surinamers en Antillianen blijven een klein beetje achter op autochtonen terwijl Turken en Marokkanen veel meer achterblijven op autochtonen. In Rotterdam zijn de meeste beoefenaars te vinden in de wijken Kralingen-Crooswijk, Stadscentrum, Noord en Prins Alexander. In deze deelgemeentes beoefent meer dan 40% een of meer vormen van amateurkunst (COS, 2007). De meeste mensen die amateurkunst beoefenen zijn kinderen tussen de 6 en 16 jaar. Na 16 jaar loopt het aantal amateurbeoefenaars sterk terug. De reden voor deze terugloop is waarschijnlijk dat de sociale controle van de opvoeders gedeeltelijk wegvalt (SCP 1991:33). ). Het aantal senioren dat amateurkunst beoefent neemt toe, de kunstzinnige burger wordt dus daadwerkelijk ouder. Binnen de amateurkunst heeft de discipline beeldend de meeste participanten, daarna muziek en tenslotte theater en dans (de Haan en Knulst 1998). De belangrijkste theorie die in dit onderzoek is gebruikt om te toetsen welke motivaties mensen hebben om een vorm van amateurkunst te beoefenen is de theorie van Beard en Ragheb. Zij hebben in 1983 een onderzoek gedaan naar de motivaties die mensen hebben voor hun vrijetijdsbestedingen. Ze hebben een instrument ontwikkeld om de motivaties voor de invulling van de vrije tijd te onderzoeken. Op basis van een grootschalig onderzoek naar de motivaties van mensen om een bepaalde vorm van vrijetijdsbesteding te beoefenen zijn er vier schalen ontwikkeld die ieder 12 motivaties bevatten. De eerste schaal is de intellectuele schaal, de tweede schaal is de sociale schaal, de derde schaal is de competitie schaal, de laatste schaal tenslotte is de ‘stimulus-avoidance’ (prikkels vermijden) schaal. Samengevat is het antwoord op de onderzoeksvraag; “Wat is de motivatie van volwassen amateurkunstenaars in Rotterdam om een vorm van amateurkunst te beoefenen en om wel of niet deel te nemen aan cursussen?” dat volwassen amateurkunstenaars in Rotterdam een vorm van amateurkunst beoefenen om sociale, intellectuele en prikkels vermijdende motivaties, ze gaan vooral een vorm van amateurkunst volgen omdat ze creatief bezig willen zijn. Ze gaan les volgen vanwege competitieve, sociale of technische motieven, ze nemen vooral les om beter te worden in de amateurkunst die ze beoefenen. De mate waarin iemand over cultureel kapitaal beschikt en de achtergrondkenmerken die worden genoemd in dit onderzoek is van grote invloed op waarom iemand amateurkunst gaat beoefenen en waarom iemand daarin besluit les te nemen. Maar het kan nauwelijks worden voorspeld of en hoe men les gaat volgen in de amateurkunst die men beoefent met behulp van de gebruikte achtergrondkenmerken en motieven in dit onderzoek. Het lijkt meer een kwestie van sociabiliteit te zijn dan van cultureel kapitaal of andere culturele of sociale factoren. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de kans dat iemand een vorm van amateurkunst beoefent groter is als een persoon hoog opgeleid is, van Nederlandse afkomst is, een hoog inkomen heeft, vrouw is, in de betere wijken van Rotterdam woont, ongeveer 41 jaar, niet gelovig is en beschikt over redelijk veel cultureel kapitaal.

, , , ,
Eijck, dr. K. van
hdl.handle.net/2105/6387
Sociologie van Kunst en Cultuur , Master Arts, Culture & Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Oterdoom, A. (2009, August 31). Motivaties en achtergrondkenmerken van amateurkunstenaars in Rotterdam. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/6387