De huidige woningbouwbehoefte komt in aantal woningen overeen met de Vinex-opgave waarin circa 820.000 woningen zijn gerealiseerd. Voor de huidige woningbouwopgave is het relevant om te onderzoeken wat we kunnen leren van de voorgaande omvangrijke woningbouwgolf. Opnieuw is er een focus op de productie van aantallen woningen. Terwijl het realiseren van kwalitatieve gebieden waar wonen, werken en voorzieningen bijeenkomen, die goed verbonden zijn met bestaande agglomeraties bepalend is voor de ontwikkeling van Nederland. Kwalitatieve plekken dragen bij aan de lange termijn maatschappelijke en economische ontwikkeling door het stimuleren van interactie tussen mensen en bedrijven waar ideeën en geld elkaar ontmoeten.

Dit onderzoek bestaat uit een kwantitatieve analyse naar de relatie tussen de waardeontwikkeling van de woongebieden van de Vinex-periode en de mate van toegankelijkheid van niet-woningbouwfuncties. Het verschil in woningwaardeontwikkeling als gevolg van de locatiekeuze en uitwerking van de Vinex-opgave worden hiermee geduid. Hiervoor worden twee schaalniveaus onderscheiden. Ten eerste de aanwezigheid van niet-woningbouwfuncties in de directe woonomgeving. Ten tweede de bereikbaarheid naar agglomeraties in de wijdere leefomgeving vanuit de wijken. In de directe woonomgeving draagt functiemenging bij aan de attractiviteit om in een gebied te willen wonen en verblijven. In de wijdere leefomgeving draagt de toegankelijkheid naar agglomeraties bij aan het vinden van de meest passende baan en gebruik te kunnen maken van bovenstedelijke voorzieningen.

De meerwaarde van interactie die ontstaat in niet-woningbouwfuncties is onderbouwd vanuit economisch geografische theorieën. Daarnaast is onderbouwd dat deze meerwaarde zich uit in woningwaarde. Op basis van dit theoretisch kader is een meervoudige regressie uitgevoerd met als afhankelijke variabele de gemiddelde WOZ-waarde van de woningen in de Vinex-buurten en met als verklarende variabelen het aandeel niet-woningbouw voor zowel de directe woonomgeving alsmede de wijdere leefomgeving. Op het schaalniveau van de directe woonomgeving is het aandeel niet-woningbouw per wijk onderbouwd. Op het schaalniveau van de leefomgeving is het aantal te bereiken mensen binnen 30 minuten onderzocht, als indicator voor de nabijheid van agglomeraties.

, ,
F. van Oort (Frank)
hdl.handle.net/2105/65402
Master City Developer
Erasmus School of Economics

T. van der Meulen (Teun). (2022, December). Wat hebben we geleerd van de Vinex?. Master City Developer. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/65402