Met de nieuwe digital twin technologie kan informatie over de werkelijkheid binnen een gebouw verzameld worden. Zo’n digital twin kan ingezet worden wanneer er sprake is van een calamiteit (digitaal calamiteiten systeem) en kan helpen ter verbetering van de calamiteitenrespons van nooddiensten. Hiervoor is het van belang om te weten wat de mening is van burgers als data hiervoor verzameld en gekoppeld zou worden. Deze studie hoopt hieraan bij te dragen door te onderzoeken welke factoren van invloed zijn op de houding van burgers om in noodsituaties hun datagegevens te delen met een digitaal calamiteiten systeem. Dit zal middels een survey (N=236) met verschillende denkbeeldige situaties (vignetten) en aan de hand van lineaire regressieanalyse onderzocht worden. Gekeken is welke factoren van invloed zijn voor vier soorten noodsituaties: individuele nood, collectieve nood, een dreiging van een noodsituatie en een directe noodsituatie. Uit de resultaten blijkt dat burgers in alle situaties enigszins rationeel de voor- en nadelen van het delen van hun data, afwegen. Wel verschilt per noodsituatie de mate waarin factoren samenhangen met de houding van burgers. Factoren die te maken hebben met het systeem en het data-deelverzoek, zoals het doel waarvoor data wordt gebruikt en de organisatie die een beroep doet op de data, beïnvloeden de manier waarop de voor- en nadelen afgewogen worden en daarmee de houding van burgers. In zijn algemeenheid zien we dat aan de voordeelkant van de vergelijking het verwachte nut en het vertrouwen in de brandweer een grote rol speelt. Hiertegenover staan de risico’s die mensen verwachten wanneer zij hun data delen met het systeem en de algemene privacy zorgen die zij hebben. Per noodsituatie is voor burgers belangrijk met wie data wordt gedeeld: (meer) vertrouwen in de stakeholder waarmee data wordt gedeeld kan tot op zekere hoogte risico’s en zorgen verminderen, maar is niet geheel in staat om deze risico’s en zorgen weg te nemen. Het advies is om de communicatie en plannen naar buiten goed vorm te geven. Dit door het vaststellen van een sociaal contract. Hiervoor dient goed nagedacht te worden hoe over het systeem gecommuniceerd wordt, waarbij duidelijk het verwachte nut en de overkoepelende waarden achter een dergelijk systeem naar voren gebracht worden. Daarbij dienen ook duidelijke regels en kaders vastgesteld te worden over het gebruik van een digitaal calamiteiten systeem. Over deze kaders, de risico’s die wel of niet bestaan en bepaalde wet- en regelgeving, zouden burgers vervolgens geïnformeerd kunnen worden. Dit alles kan meer vertrouwen creëren en risico’s en zorgen wegnemen. Door daarnaast een toezichthoudende instantie op te richten (met professionals en burgers), kan toegezien worden op de uitvoer van deze regels en kan gaandeweg het publieke belang in de gaten gehouden worden.

Dr. Rebecca Moody en prof.dr. Peter Scholten, Prof. dr. Menno Fenger
hdl.handle.net/2105/65976
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Sabien Dekkers. (2022, August 18). Data delen in noodsituaties: wat vinden we daarvan?. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/65976