2022-08-19
GOVLAB010 DE ROTTERDAMSE MENSELIJKE MAAT
Publication
Publication
Een onderzoek naar de wijze waarop de Rotterdamse gemeenteraad de menselijke maat als leidraad kan nemen.
Sinds de toeslagenaffaire is de menselijke maat een belangrijk thema in het openbaar bestuur. In de toeslagenaffaire is pijnlijk duidelijk geworden dat de overheid een dermate streng beleid voerde waardoor alle menselijke aspecten hieruit verdwenen waren. De Rijksoverheid beloofde beterschap en kwam met het voorstel tot ‘de nieuwe bestuurscultuur’ waar ‘de menselijke maat leidend in moet zijn’. Ook in Rotterdam is de menselijke maat een belangrijk thema. Als stad waar de meeste slachtoffers van de toeslagenaffaire wonen is het pijnlijk duidelijk geworden wat er kan gebeuren als er geen oog is voor de menselijke maat. De menselijke maat is daarmee een ‘hot topic’ in de Rotterdamse politiek en zij hebben het voornemen om ‘de menselijke maat als leidraad binnen de gemeente te nemen’. Dit onderzoek gaat hierop in met de volgende centrale onderzoeksvraag: ‘Hoe kan de Rotterdamse gemeenteraad de menselijke maat als leidraad nemen binnen de gemeente?’ Het onderzoek is van start gegaan met een discoursanalyse van de verkiezingsprogramma’s van de gekozen politieke partijen tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022. Hieruit kwam naar voren dat inderdaad die menselijke maat erg belangrijk is voor de politiek. De menselijke maat wordt op basis van de discoursanalyse verdeeld in een vijftal concepten: participatie, maatwerk, toegankelijkheid, vertrouwen en goed bestuur. Deze concepten vormen gezamenlijk de basis voor de theoretische verkenning. In het theoretisch kader komen de concepten uit de discoursanalyse terug en wordt de menselijke maat gedefinieerd. Vervolgens wordt de New Public Service behandeld, een bestuurskundige stroming die als reactie op de New Public Management in het leven is gebracht. Deze stroming gaat uit van de ‘dienende overheid’ en verklaart de wens naar de menselijke maat van vandaag de dag. Ook komen een aantal bestuurlijke waarden aan bod die gezamenlijk tot de menselijke maat kan leiden, dit wordt ook wel good governance genoemd. Het theoretisch kader sluit af met het spanningsveld waarin de menselijke maat zich verkeerd in relatie met de wet- en regelgeving, met in het bijzonder de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In de analyse wordt ingegaan op de verkregen empirische resultaten van de interviews met de politieke partijen en een select aantal ‘menselijke maat experts’ die reflecteren op de plannen van de politiek. De menselijke maat wordt gedefinieerd als ‘omgangsvorm’ dat rekening houdt met verschillende ‘menselijke aspecten’ als contact en individuele situaties. Ter beantwoording van de centrale onderzoeksvraag kan er geconcludeerd worden dat er een zestal factoren en aanpassingen zijn die de gemeenteraad kan helpen een eerste stap te zetten richting de menselijke maat. Vertrouwen (1), toegankelijkheid (2), bestuurlijke waarden genaamd ‘goed bestuur’ (3), politiek (4), organisatie (5) en wet- en regelgeving (6) zijn gezamenlijk van invloed op de menselijke maat. De Rotterdamse gemeenteraad wordt aanbevolen de menselijke maat een ‘daadwerkelijke plek te geven’ in een breed gedragen langlopend beleidsprogramma. Door dit in een langlopend programma vast te leggen wordt er geprobeerd te voorkomen dat de menselijke maat in de toekomst naar de achtergrond verdwijnt. Als laatst wordt de gemeenteraad geadviseerd om de eerste stappen richting de menselijke maat te ‘durven’ maken. Er wordt door de politiek onterecht verondersteld dat de wet- en regelgeving de menselijke maat in de weg staat, om die reden dient de politiek het vertrouwen te hebben en de woorden om te zetten in daden.
Additional Metadata | |
---|---|
, , , , , , | |
Dr. ir. Lizet Kuitert, Dr. Koen Migchelbrink | |
hdl.handle.net/2105/66019 | |
Psychology | |
Organisation | Erasmus School of Social and Behavioural Sciences |
Arie Jo van Buuren. (2022, August 19). GOVLAB010
DE ROTTERDAMSE MENSELIJKE MAAT. Psychology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/66019
|