In deze thesis wordt er gekeken naar hoe een langdurige samenwerking tussen burgers en overheid kan worden bewerkstelligd in de vorm van burgerparticipatie. Het betreft het beheer van een gemeenschappelijke binnentuin in het Immanuëlhof te ’s-Gravendeel. Dit is een nieuwbouwwijk en tevens de eerste klimaatadaptieve wijk in de Hoeksche Waard. Het initiatief kwam van de woningcorporatie Hoeksche Waard (HW) wonen. Bij het toewijzen van de woningen moesten potentiële bewoners aangeven wat duurzaamheid voor hem betekende en of zij bij wilden dragen aan het beheer van de tuin. Vervolgens is het project overgedragen aan de gemeente Hoeksche Waard (HW) Ondanks dat de bewoners aanvankelijk enthousiast waren, is de participatie uiteindelijk niet van de grond gekomen. De onderzoeksvraag die in deze thesis centraal staat is als volgt: “Welke factoren leiden tot een langdurige samenwerking tussen burgers en gemeente voor het beheer van de gezamenlijke tuin in het Immanuëlhof?” Om te kijken hoe een langdurig samenwerkingsverband gerealiseerd kan worden, is er in het theoretisch kader aandacht besteed aan hoe een langdurige samenwerking eruit ziet volgens Rotman et al. (2014) en hoe deze tot stand kan komen. Ook is gekeken naar wat burgers motiveert tot burgerparticipatie aan de hand van het CLEAR framewerk van Lowndes, Pratchett en Stoker (2006). Vervolgens is er gekeken naar hoe de huidige omstandigheden eruit zien, en wat er volgens de theorie mist en dus moet veranderen om wél een succesvolle langdurige samenwerking te verwerkelijken. Om dit te onderzoeken is er kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Er zijn interviews afgenomen met alle betrokken partijen, namelijk HW wonen, de gemeente HW en de bewoners. Hieruit is het volgende gebleken. Een langdurige relatie is in deze casus niet tot stand gekomen. Ten eerste heerst er enorm veel onduidelijkheid onder de bewoners. Voornamelijk over de taakverdeling mist er een hoop duidelijk. Daarbij is er in deze casus geen vast aanspreekpunt voor de bewoners voor wanneer zij met vragen zitten, wat volgens de literatuur belangrijk is voor een langdurige relatie. Ook blijkt inderdaad de fragmentatie tussen verschillende afdelingen een succesvolle samenwerking in de weg te staan. Verder stellen Rotman et al. (2014) dat participatie op de lange termijn wordt beïnvloedt en gestimuleerd door relaties die gaandeweg zijn opgebouwd. In deze casus is te zien dat er geen relaties zijn opgebouwd, wat betekent dat onder andere van mentorschap en een bepaalde mate van vertrouwen die cruciaal zijn voor langdurige samenwerking tussen burgers en overheid geen sprake is. Ook is gebleken dat de gemeenschappelijke doelen tussen de betrokken partijen niet verankerd zijn, wat een succesvolle samenwerking in de weg staat. Deze elementen zijn ook ondergebracht in bovengenoemd CLEAR model. In dit onderzoek is gesteld dat Like to het meest cruciale element is. Als deze ontbreekt, is een langdurige samenwerking niet mogelijk. Als Like to wel aanwezig is, kunnen de overige elementen van CLEAR de relatie tussen like to en een langdurige samenwerking positief beïnvloeden. Uit de interviews is gebleken dat Like to op meerdere 4 vlakken ontbreekt, bijvoorbeeld uit dat de bewoners hebben uitgesproken dat ze in hun motivatiebrief om de woning te bemachtigen hebben gelogen over hun ware motieven. Ook ontbreekt het Can do element in deze casus. De bewoners worden momenteel niet gefaciliteerd door de gemeente in middelen die nodig zijn om te participeren. Wat betreft Enabled to ligt het wat meer genuanceerd. Er is tot een bepaalde mate van een faciliterend netwerk, aangezien sommige buren spullen kunnen lenen van andere buren. Dit geld echter niet voor iedereen. Ook heeft de overheid een kans gecreëerd voor de burgers om te participeren, wat getuigd van een aanwezigheid van Enabled to. Het element Asked to is ook wat genuanceerd. De overheid heeft burgers uitgenodigd om te participeren. De huidige manier van communicatie van de gemeente is echter niet toereikend genoeg voor de behoefte van de burgers om hen te motiveren om te participeren. Ten slotte loopt het op het gebied van Responded to ook niet voorspoedig. De bewoners krijgen vaak geen reactie van de gemeente op voorstellen. Tegelijkertijd gaat de gemeente wel in op andere eisen van de bewoners door een workshop te organiseren waar zij om hebben gevraagd, waar de bewoners vervolgens weer niet voor komen opdagen. Wel is er door de derde partij, HW wonen, invulling gegeven aan het erkenning- en waarderingsaspect van Responded to door de bewoners klimaatcadeaus te geven in ruil voor hun participatie. Een kanttekening bij de tekortkomingen in deze casus, is dat dit project in coronatijd gerealiseerd moest worden. Hierom moest er regelmatig om coronabeperkingen heen worden gewerkt wat de uitkomst van het project negatief heeft beïnvloed.

Dr. Peter Marks, Dr. Steven Blok
hdl.handle.net/2105/66209
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Hannah Raidt. (2023, February 24). Toekomstbestendige burgerparticipatie in de Hoeksche Waard. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/66209