Ondermijnende criminaliteit is dagelijks in het nieuws en vormt een groot gevaar voor onze maatschappij. In de strijd tegen ondermijning werkt de overheid samen met veel partijen en is er sprake van een integrale aanpak. Binnen deze aanpak is onder andere aandacht voor het beveiligen en daarmee tegengaan van ondermijning op grote logistieke knooppunten, ook wel mainports. Deze transportknooppunten zijn voor criminelen namelijk een onmisbare schakel in het smokkelen en verhandelen van illegale goederen en drugs. De afgelopen jaren zijn bij verschillende mainports publiek-private netwerksamenwerkingen opgericht om ondermijning tegen te gaan. Voor de strijd tegen ondermijning is het essentieel dat de partijen binnen deze netwerken voor lange termijn blijven samenwerken, aangezien de aanpak van ondermijning volgens het ministerie van JenV een lange adem vergt. Het doel van dit onderzoek is daarom om de netwerk duurzaamheid van deze netwerken aan de hand van de aanwezige netwerkeigenschappen te verklaren. Door een vergelijkende case study bij de mainports Schiphol en de Sierteeltsector uit te voeren, is antwoord gegeven op de volgende hoofdvraag: Hoe kan de duurzaamheid van netwerksamenwerkingen worden verklaard aan de hand van de eigenschappen van het netwerk? De analyse laat zien dat dat de netwerkeigenschappen ‘onderling vertrouwen’, ‘besef van wederzijdse afhankelijkheid’, ‘steun’, ‘gedeeld leiderschap’, ‘financiële onafhankelijkheid’, ‘institutionalisering’ en ‘resultaatgerichtheid’ in gezamenlijkheid aan netwerk duurzaamheid bijdragen. Bovendien lijkt een netwerk vooral tijd nodig te hebben om tot een hoge mate van alle zeven netwerkeigenschappen te komen. De aanbeveling die hieruit voortvloeit luidt: Gun een netwerk de tijd om duurzaam te worden en besteed hierbij, tegelijkertijd, aandacht aan de volgende zeven netwerkeigenschappen: • Investeer in onderling vertrouwen, door interesse in elkaar te tonen, wederzijds begrip op te brengen en communicatie uitingen af te stemmen. • Investeer in het onderlinge besef van wederzijdse afhankelijkheid, door je in elkaars bevoegdheden voor de aanpak van ondermijning te verdiepen en te inventariseren hoe jullie elkaar hiermee zouden kunnen helpen. • Realiseer steun bij de bestuurders van betrokken actoren, door tijd in de probleemerkenning te investeren. Het laten opstellen van een extern onderzoeksrapport kan hierbij als katalysator werken. 4 • Zorg dat er in ieder geval drie leiderschapsrollen in het netwerk worden vervuld: 1) een bestuurder die middelen en legitimiteit kan realiseren, 2) een aanjager die vanaf de start voor de samenwerking gaat staan en 3) een stabiele, richtinggevende leider die in staat is om bestuurders met elkaar te verbinden. • Creëer financiële onafhankelijkheid, door steun bij de bestuurders van betrokken actoren te realiseren. • Zorg voor institutionalisering, door een duidelijke organisatorische structuur met een programmamanager, faciliterend orgaan en een stuurgroep te creëren. Poog verder om afspraken vast te leggen en deze door te vertalen binnen de individuele organisaties, bijvoorbeeld door bepaalde taken in de functieomschrijving van betrokken te beleggen. • Wees resultaatgericht, door tijdig over de opbrengsten van het netwerk te rapporteren. Gun een netwerk dus de tijd om duurzaam te worden, want alleen ga je sneller, maar samen kom je verder!

Prof. dr. L. den Dulk, Dr. N.J.L. Cannaerts
hdl.handle.net/2105/66429
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Stan Hessing. (2022, October 25). ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/66429