Een onderzoek naar de effectiviteit van het aanbestedingsinstrument bij de aanbestedingen "hulp bij het huishouden"in de Wmo

Deze scriptie onderzoekt of aan de gesignaleerde problemen bij en als gevolg van de aanbestedingen “hulp bij het huishouden” in de Wmo het aanbestedingsinstrument ten grondslag ligt, of de onwennigheid, nieuwigheid, onbekendheid, et cetera met die Wmo. Wij maken in het onderzoek gebruik van de theoretische concepten rondom netwerken en sturingsopvattingen. Het aanbestedingsinstrument koppelen wij op basis van de theorie aan sturingsopvattingen in netwerken en wij doen aannames over de effectiviteit ervan bij bepaalde typen beleidsproblemen. In de empirie toetsen wij op basis van percepties van actoren betrokken bij het beleidsprobleem in een netwerk van welk type beleidsprobleem sprake is. Wij concluderen dat het beleidsprobleem “hulp bij het huishouden” een wicked problem is, waarbij het aanbestedingsinstrument als niet effectief te boek staat. Wij concluderen vervolgens dan ook dat de gesignaleerde problemen bij en als gevolg van de aanbestedingen “hulp bij het huishouden” in de Wmo te wijten zijn aan het aanbestedingsinstrument en niet of slechts marginaal aan onwennigheid, nieuwigheid, onbekendheid, et cetera.