In de jaren vijftig van de negentiende eew gingen de eerste zendelingen van het Nederlandsch Zendelinggenootschap (NZG) naar Java. Carel Poensen is onverbrekelijk verbonden aan deze beginfase. Hij was één van de eerste zendelingen op Java. Poensen heeft bovendien talloze etnologische artikelen geschreven en zijn bronnen zijn veelvuldig gebruikt in de wetenschap. Hij is met name bekend geworden in de wetenschappelijk wereld omdat hij een van de eersten was die waarnam dat de Javaanse, islamitische bevolking geen religieuze eenheid vormde, maar te verdelen was in twee groepen, namelijk in een meer orthodoxe groep, de Putihan en een niet-orthodoxe groep de Abangan. De thesis begint met een inleidend hoofdstuk waar de context waarin Poensen werkte en leefde wordt beschreven. Het NZG, zijn zendelingopleiding en de religieuze situatie op Java worden beschreven. Het hoofdstuk daarna vormt de eigenlijke biografie. In het derde hoofdstuk worden twee brieven van Poensen geanalyseerd om meer inzicht in Poensens persoonlijkheid te verkrijgen en in de twee laatste hoofdstukken staat Poensens werk centraal, zowel zijn werk als zendeling en zijn positie binnen het NZG, als zijn carrière als etnoloog. Hier wordt zijn gepubliceerde, etnografische werk besproken en wordt hij geplaatst in het wetenschappelijke discours, zowel toen als nu. Carel Poensens dagelijkse leven op Java bestond uit lesgeven, medische hulp verlenen, rondreizen, preken, vergaderen en schrijven. Poensen zette zich ook in voor de ontwikkeling van de lokale gemeenschap, door zowel de intensivering van onderwijs als het geven van materiële hulp. Poensen ontwikkelde een utopisch plan om christelijke landbouwondernemingen te vestigen, om het welvaartsniveau te verhogen onder de christelijke Javanen. Hoewel het plan nooit gerealiseerd is, biedt het inzicht in Poensens zendingsfilosofie. Hij pakte het zendingswerk systematisch en praktisch aan. Dit blijkt uit het zich eigen maken van de lokale talen, het verrichten van onderzoek en het beschrijven van de plaatselijke culturele, politieke en religieuze omstandigheden. Het vertrouwen van de lokale bevolking won hij door onderwijs en medische zorg te verlenen. Poensen onderscheidde zich van zijn collega’s door de christelijke Javanen ‘Javaans’ te laten; hij stond bijvoorbeeld toe dat ze zich op Javaanse wijze bleven kleden. Hij hield zich ook bezig met sociale kwesties, zoals de verbetering van de positie van de vrouw en het tegengaan van kinderhuwelijken en echtscheidingen. In het eigenlijke evangelisatiewerk trad hij heel voorzichtig op, veelal liet hij het directe evangelisatiewerk aan zijn medehelpers over. Poensen is na zijn pensionering als zendeling nauw betrokken gebleven bij het NZG, hij bleef tot zijn dood schrijven voor de MNZG en is zelfs nog directeur van het genootschap geweest. Naast de verschillende onderzoeksvragen wordt er meer inzicht gegeven in wat voor een man Carel Poensen was. Twee van Poensens brieven zijn onderzocht op passages die meer inzicht bieden in zijn persoonlijkheid. Poensen schreef zelden in directe bewoordingen over privé zaken, daarom is de methode ‘reading against the grain’ toegepast om uit ogenschijnlijk onpersoonlijke zinnen informatie te halen over wie hij was. Met deze methode wordt het materiaal tegendraads gelezen, er wordt bijvoorbeeld gelet op wat er juist niet gezegd wordt, waar er onverwachte wendingen plaatsvinden en waar de tekst zichzelf lijkt tegen te spreken. Wanneer de teksten gedeconstrueerd worden, worden nieuwe betekenissen zichtbaar.

, , , ,
Douwes, prof.dr. D.
hdl.handle.net/2105/8175
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Kruithof.M. (2010, July 14). Zaaiers, zaait in Gods naam voort!. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8175