In deze thesis wordt onderzoek gedaan naar de manier waarop politieke betekenisgeving ontstaat onder televisiekijkers. De onderzoeksvraag is als volgt: Hoe verhoudt de hedendaagse manier waarop politieke journalistiek wordt bedreven, zich tot de manier waarop televisiekijkers betekenis geven aan politici. De belangrijkste conclusie die voortkomt na de analyse is dat het perspectief van televisiekijkers voor een groot deel gevormd wordt door een intensieve wisselwerking tussen sociale processen en de journalistieke inkleuring van mediateksten. Zo richt het eerste onderdeel van de empirie zich op een kritische analyse van mediateksten. Er wordt met passages uit verschillende televisieprogramma´s aangestipt hoe journalisten gebruik maken van taal, simplificatie en ironie om zich met afstand te positioneren ten opzichte van de politicus, die in dat programma wordt geïnterviewd. De wisselende manier waarop politici door journalisten benaderd worden, kan gezien worden als een onderstreping van de Cerberus-journalistiek, zoals deze door Brants (2002) wordt beschreven. In het tweede gedeelte van de analyse komen de interviews met respondenten aan bod. De respondenten kregen in de interviews onder meer te maken met de news writing exercise, een methode die eerder door Philo (1990) werd gehanteerd. Aan de hand van geluidsloze en ‘neutrale’ fragmenten, waarin een journalist een interview afneemt met een politicus, moest worden verzonnen door respondenten wat er gezegd werd. Vervolgens werd er op semi-gestructureerde wijze doorgevraagd. Aan de hand van een kwalitatieve analyse over hun uitspraken, kan worden opgemaakt dat de manier waarop televisiekijkers betekenis geven aan politici in televisieprogramma’s, parallel loopt met de wijze waarop journalisten politici benaderen. In dit onderzoek wordt om die reden gesteld dat er sprake is van een besmettelijke habitus (Bourdieu, 1984). Desalniettemin bleken de geïnterviewde televisiekijkers wel over een hoge mate van reflexiviteit te beschikken. Er werd massaal aangegeven dat men tijdens het televisiekijken zich zeer bewust is van het politiek/journalistieke ‘spelletje’. Ondanks deze hoge mate van transparantie van de formats, weerhoudt dit televisiekijkers niet om deze programma’s te volgen. De amusementswaarde blijkt daarbij van belang. Er kan gesteld worden, met het oog op deze reflexiviteit, dat de Encoding/Decoding-theorie van Hall (1980) aangescherpt kan worden naar een ‘21e eeuws perspectief’. In het tweede gedeelte van dit onderzoek wordt tevens het belang van sociale processen benadrukt, zoals structuren van symbolische macht en het illusio-mechanisme. Bezien vanuit de theorie van Elias & Scotson (1956) worden de politici zowel door journalisten als door televisiekijkers bestempeld als inferieure buitenstaanders. Dit zijn in potentie belangrijke oorzaken voor politiek cynisme en een daaruit voortvloeiende hoge mate van politieke instabiliteit.

, , , ,
Engelbert, dr. J.
hdl.handle.net/2105/8214
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Spauwen, T. (2010, August 20). Een besmettelijke habitus. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8214