Verschillende auteurs hebben zich beziggehouden met de invloed die televisie op kijkers kan hebben. Volgen Gerber (1998) leert televisie als verhalenverteller kijkers hoe verschillende zaken in het leven werken. Op deze manier toont de inhoud van het medium een bepaald voorbeeld voor hoe men zich in het eigen leven kan gedragen. Welnu, verschillende critici stellen dat de populaire dramaserie 24 verschillende immorele vormen van gedrag laat zien. Met name, Jack Bauer, de hoofdpersoon, zou zich schuldig maken aan allerlei immorele handelingen, waaronder marteling. Een dergelijke verbeelding van immorele inhoud zou, gezien de rol van televisie als verhalenverteller, een nadelige invloed kunnen hebben op kijkers, doordat zij dit gedrag als voorbeeld kunnen beschouwen (Hanks, 2008; Medianed, 2009; De Telegraaf, 2009). In dit onderzoek wordt daarom onderzocht hoe deze moraal in de serie exact wordt vormgegeven en of de inhoud van 24 zich werkelijk kenmerkt door gedrag dat als immoreel valt te beschouwen. Omdat moraal volgens verschillende wetenschappers samenhangt met emotie en beide concepten op deze manier samen een morele keuze tot stand brengen (Frijda, 1988; Nussbaum, 1998), worden in dit onderzoek de verschillende morele keuzes binnen 24 belicht en de rol die emotie in deze keuzes speelt. Naast de emotionele lading van een morele keuze, is emotie bovendien een menselijke uiting van de gevoelens die binnen een keuze een rol spelen (Frijda, 1988). In de verbeelding van morele keuzes speelt dit concept om deze reden een belangrijke rol. Om emotie en moraal te onderzoeken is gekozen voor een analyse van het vierde seizoen 24. Aan de hand van vastgestelde te onderzoeken concepten is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe komen morele keuzes van de personages in seizoen vier van de populaire dramaserie 24 tot stand en in hoeverre speelt emotie binnen deze keuzes een rol? Binnen deze onderzoeksvraag worden verschillende theoretische concepten onderscheiden. Dit zijn: ‘televisiedrama’, ‘morele inhoud televisieverhalen’, ‘moraal’ en ‘emotie’. ‘Televisiedrama’ en ‘morele inhoud televisieverhalen’ vormen hierbij het bestaande theoretische kader waaraan dit onderzoek haar bijdrage levert. ‘Moraal’ en ‘emotie’ kunnen gezien worden als de concepten waarnaar onderzoek wordt gedaan. De manier van verbeelding van deze concepten binnen het onderzoeksobject 24 wordt immers in kaart gebracht. Het onderzoeken van deze concepten wordt uitgevoerd aan de hand van een narratieve analyse van Wester en Weijers (2006). Deze kwalitatieve onderzoeksmethode richt zich met name op betekenissen binnen televisie-inhoud en de verschillende verhalen die televisie laat zien. Omdat er sprake is van een onderzoek naar de niet eenvoudig waar te nemen concepten moraal en emotie en deze concepten middels de rol van televisie als verhalenverteller worden verbeeld, is gekozen voor deze kwalitatieve vorm van inhoudsanalyse. Uit de resultaten komt naar voren dat 24 inderdaad een bepaalde immorele inhoud vertoont. De verschillende gemaakte morele keuzes binnen 24 zijn hierbij te herleiden tot twee overkoepelende thema’s: ‘doel heiligt middelen’ en ‘individueel versus groter belang’. Uit de verschillende gevonden morele keuzes, die allen vallen herleiden tot de genoemde twee thema’s, blijkt dat er een scheiding bestaat tussen keuzes van ‘goede’ personages en keuzes van ‘slechte’ personages. De ‘slechte’ personages bestaan hierbij met name uit de terroristen, waar de ‘goede’ personages voornamelijk uit autoriteiten en antiterreureenheden bestaan. Beide groepen personages blijken in hun gedrag immorele keuzes te maken. Toch blijken de ‘slechte’ personages hierin in grotere mate immoreel te opereren dan hun ‘goede’ tegenhangers. De terroristen gedragen zich kil en meedogenloos en vertonen tijdens hun immorele gedrag praktisch geen enkele emotie. Bij de ‘goede’ personages valt te constateren dat zij hun verschillende immorele keuzes maken omwille een uiteindelijk groter doel, zoals de nationale veiligheid. Te zien is dat op deze manier hun immorele gedrag uiteindelijk als moreel goed gezien kan worden. Zij hebben vaak geen andere keuze om uiteindelijk het moreel ‘goede’ te kunnen nastreven. Het belangrijkste verschil tussen de keuzes van de ‘goede’ personages en die van de ‘slechte’ personages wordt echter gevormd door het feit dat de ‘goede’ personages in hun morele keuzes verschillende emoties vertonen, waar de ‘slechte’ personages dus als kil en meedogenloos zijn verbeeld en deze emoties ontberen. Op deze manier vertonen de ‘goede’ personages een bepaalde menselijkheid, waardoor de kijker zich met hen kan identificeren. Deze identificatie is bij de ‘slechte’ personages veel onwaarschijnlijker, omdat zij verschillende elementen van menselijkheid ontberen. Omdat kijkers zich dus met name met de ‘goede’ personages zullen identificeren, doordat hun keuzes als enige een vervlechting van emotie en moraal bevatten, kan 24 dus niet worden beschouwd als immoreel voorbeeld voor kijkers. Concluderend kan daarom gesteld worden dat de morele inhoud van 24 niet als zorgelijk kan worden beschouwd, zoals door verschillende critici eerder wel werd gesteld. De ‘goede’ personages (waarvan het gedrag voor kijkers als enige als voorbeeld zou kunnen dienen) vertonen immers moreel ‘goed’ gedrag, doordat hun keuzes in alle gevallen een groter ‘goed’ doel bevatten.

, , , ,
Krijnen, dr. T.
hdl.handle.net/2105/8223
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Kies, J. (2010, August 16). Meedogenloze martelingen voor het landsbelang. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8223