In deze master thesis wordt onderzoek gedaan naar enkele demografische kenmerken van de Nederlandse pauselijke zouaven. De zouaven waren katholieke vrijwilligers die vochten in het pauselijk leger tussen 1860 en 1870 ter verdediging van de Kerkelijke Staat (het grondgebied van de paus) tegen de Italiaanse eenheidstrijders Victor Emanuel II en Giuseppe Garibaldi. Onderzocht wordt of uit de demografische kenmerken leeftijd, herkomstgebied en beroep deels verklaard kan worden waarom de vrijwilligers in kwestie zich wel aanmeldden, waar anderen dit niet deden. Gedacht wordt in termen van push- en pull-factoren. In de inleiding wordt een beeld geschetst van de situatie van het katholieke volksdeel in het negentiende eeuwse Nederland (hoofdstuk 1). Daarna volgt een overzicht van de gebeurtenissen van de strijd in Italiƫ waar de zouaven deel van uitmaakten (hoofdstuk 2). In een literatuurstudie worden de mogelijke motieven van de zouaven en van soldaten in drie andere vrijwilligersbewegingen onderzocht (hoofdstuk 3). Vervolgens volgt een methodologische beschouwing en worden de onderzoeksopzet- en methoden uitgelegd (hoofdstuk 4). In het eerste onderzoekshoofdstuk wordt de leeftijd van de zouaven bij indiensttreding onderzocht ten opzichte van het moment van indiensttreding tussen 1860 en 1870 (hoofdstuk 5). In deze periode daalt de gemiddelde leeftijd gaandeweg. In het tweede onderzoekshoofdstuk wordt onderzocht uit welke herkomstgebieden de zouaven precies kwamen en hoe deze waren samengesteld qua numerieke verhouding tussen protestanten en katholieken (hoofdstuk 6). Het blijkt dat er weinig verband bestaat tussen die numerieke verhouding in de gemeente of provincie van herkomst en het aantal zouaven dat uit die gemeente of provincie afkomstig was. In het derde onderzoekshoofdstuk wordt onderzocht hoe de beroepen van Limburgse zouaven zich verhielden ten opzichte van die van een Limburgse controlegroep, die overeenkomt op de variabelen geslacht, leeftijd en religie (hoofdstuk 7). Het blijkt dat de beroepen redelijk overeenkomen. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat de keuze tot aanmelding als vrijwilliger een zeer persoonlijk lijkt te zijn geweest, die maar zeer beperkt verklaard kan worden uit de onderzochte demografische kenmerken van de zouaven (hoofdstuk 8).

, , , ,
Klemann, prof.dr. H.
hdl.handle.net/2105/8265
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Rozema, JW. (2010, August 25). "Op Neerlands jeugd! Naar 't heilig, heilig Rome!". Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8265