Sinds de invoering van de zorgverzekeringswet in 2006 wordt de fysiotherapie geconfronteerd met de gereguleerde marktwerking. Hierdoor zijn de eisen gesteld door de zorgverzekeraars verder aangescherpt. Het aanwezig zijn van verbijzonderde fysiotherapeuten in de eerstelijns praktijk is voor werkgevers van belang om toegevoegde waarde te creëren. Hiermee wordt een duurzaam concurrentievoordeel bedoeld. Het is dus van essentieel belang om deze medewerkers aan de praktijk te binden. Institutionele beperkingen hebben een negatieve invloed op de mogelijkheden die de werkgever heeft om dit te realiseren. De onderzoeksvraag luidt: “welke HR-instrumenten kunnen werkgevers van eerstelijns fysiotherapiepraktijken inzetten om binnen hun institutionele beperkingen verbijzonderde fysiotherapeuten te binden”. Het model van Paauwe – “the human resource based theory of the firm” – wordt in dit onderzoek als basis gebruikt om deze vraagstelling te beantwoorden. In dit model staat het sociale-culturele-juridische krachtenveld, welke invloed uitoefent op de organisatie en haar HR-activiteiten voor het institutionele kader waarbinnen de organisatie opereert. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden is kwalitatief onderzoek verricht. Documenten zijn onderzocht met betrekking tot de CAO in de eerstelijns fysiotherapie praktijk en contracten met zorgverzekeraars. Daarnaast zijn interviews afgenomen met verbijzonderde fysiotherapeuten en hun werkgevers binnen de eerstelijns fysiotherapie. Uit dit onderzoek komt naar voren dat werkgevers een HR-bundel dienen samen te stellen welke een goed werkklimaat bevordert en behoudt. Het adequaat ondersteunen van de medewerkers, zorgen voor een optimale uitrusting en leiderschap zodanig vorm geven dat er voldoende sociale steun aanwezig is, zijn onderdelen van die HR-bundel. Deze HR-activiteiten hebben een hogere job satisfaction en een toename van de commitment met de organisatie tot gevolg. Dit leidt vervolgens tot retention. Het voordeel van deze HR-activiteiten is, dat zij zonder veel financiële input realiseerbaar zijn. Institutionele beperkingen verhinderen echter de wens van de medewerkers gederfde inkomsten door studie te vergoeden. Uit dit onderzoek blijkt dat werkgevers binnen de eerstelijns fysiotherapie onvoldoende bekend zijn met HRM. Het verdient aanbeveling HR-instrumenten en hun toepassing meer bekendheid te geven en in te zetten op het bouwen van HR-bundels die passen bij praktijken met verbijzonderde fysiotherapeuten. Daarnaast is het van belang nader onderzoek te doen naar de mogelijkheid om studiekosten en gederfde inkomsten te compenseren.

Dr. K.P.van Wijk, Dr. B. Pol
hdl.handle.net/2105/8346
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Pruijssers, P. (2009, June). Retentie binnen eerstelijns fysiotherapiepraktijken. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8346