Dit onderzoek is uitgevoerd op de afdeling Keel, Neus en Oorheelkunde (KNO) binnen het Gehoor- en Spraakcentrum van het Erasmus MC in het kader van de afstudeeropdracht voor de master Zorgmanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Op de afdeling KNO is het proces onderzocht van de patiënt die een cochleair implantaat krijgt geplaatst. Het onderzoek beschrijft de resultaten hoe in het proces logistieke winst is behaald door het realiseren van een procesoptimalisatie en het onderzoek beschrijft tevens hoe dit zich heeft vertaalt in een klinisch pad. In het onderzoek is gebruik gemaakt van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden. De nadruk heeft gelegen op de verzameling van kwalitatieve data. De kwalitatieve data zijn verkregen middels interviews, een brainstormsessie en een Heidag die zijn gehouden met de professionals uit het CI team, de CI coördinator en de organisatieadviseur van KNO. Daarnaast heeft data onderzoek plaatsgevonden bij de patiënten die vanaf 2006 in aanmerking zijn gekomen voor een cochleair implantaat. Het oude proces van het cochleair implantaat bestaat uit veel verschillende stappen waarbij diverse capaciteiten worden ingezet. Uit de resultaten is gebleken dat een patiënt in het proces een lange doorlooptijd heeft. De voornaamste knelpunten in het proces worden veroorzaakt door de capaciteit van de KNO arts en van de audioloog. Deze capaciteiten vormen tevens de bottlenecks van het proces. Daarnaast verloopt het proces serieel en vinden er diverse onderzoeken plaats die standaard worden afgesloten met een spreekuur waarin de bottleneck capaciteiten een centrale rol spelen Echter, het uitvalpercentage voor deze onderzoeken nihil is. Deze analyse heeft zicht gegeven in de “black box” van het proces waardoor een procesoptimalisatie was te realiseren. Het nieuwe proces is nu deels parallel georganiseerd en deels serieel, waardoor efficiënter gebruikt wordt gemaakt van de beschikbare capaciteiten. Daarnaast zorgt het nieuwe proces voor een kortere doorlooptijd en kent het minder contactmomenten. Tevens is winst geboekt doordat de professionals scherpe wenselijke en haalbare “kader” wachttijden hebben gesteld tussen de stappen. Dit heeft geleid tot een doorlooptijdverkorting van 45 weken. De veranderingen hebben er toe geleid dat het nieuwe proces minder complex, meer voorspelbaar, meer planbaar en transparanter is geworden. Dit heeft het mogelijk gemaakt om tot een eerste aanzet te komen om het nieuwe proces te vertalen in een klinisch pad. De ontwikkeling van het klinisch pad is in dit onderzoek gerealiseerd tot de act fase van het dertig stappenplan van Sermeus en Vanhaecht. In dit onderzoek is gebleken dat een procesoptimalisatie en de ontwikkeling van een klinisch pad is te realiseren, maar dat het tevens een tijdrovend proces is. Een procesoptimalisatie behoeft veel afstemming en vraagt om een constante evaluatie en bijschaving van de resultaten. Een goede organisatie van het proces speelt daarin een belangrijke rol. Aanbevelingen zijn gedaan naar het CI team ten aanzien van de aandachtspunten voor de verdere organisatie en realisatie van het klinisch pad en tevens zijn er aanbevelingen gedaan voor verder onderzoek. Deze aanbevelingen hebben betrekking op de ontwikkeling van zorglogistiek in de zorgsector in het algemeen en het dertig stappenplan van Sermeus en Vanhaecht.

Prof. Dr. Ir. J. Vissers, Dhr. E. Huisman MBA/MBI
hdl.handle.net/2105/8446
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Wouters, M. (2009, August). “Klinkende logistieke winst”. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8446