Achtergrond: In de Nederlandse gezondheidszorg is een toenemende aandacht voor zorglogistiek. Ziekenhuizen nemen veelal principes uit het bedrijfsleven over om (patiënten) processen te verbeteren. De Theory of Constraints (ToC) is hier een voorbeeld van. In het Groene Hart Ziekenhuis (GHZ) te Gouda is ToC recent geïmplementeerd. Het zorgen voor een succesvol verloop van implementatie- en veranderingsprocessen is geen eenvoudige opgave en er is al veel onderzoek gewijd aan dit onderwerp. Doel: Het verkrijgen van dieper inzicht in de wijze waarop ToC is geïmplementeerd en wordt toegepast in de dagelijkse werkpraktijk op verpleegafdelingen van het GHZ in Gouda. Theoretische invalshoek: De bestaande literatuur op het gebied van verandermanagement wordt tegenover een nieuw perspectief op verandering geplaatst: de Actor Netwerk Theorie (ANT) van Latour. Deze theorie benadrukt dat onderzoek zich moet richten op het beschrijven van alle verbindingen tussen zowel mensen als ‘dingen’ binnen netwerken om meer inzicht in de complexiteit van de werkelijkheid te krijgen. Voordat ToC een geïntegreerd onderdeel van het dagelijks werk kan worden, zal én moet er volgens de ANT ‘translatie’ plaatsvinden: een proces waarin zowel het bestaande netwerk (verpleegafdeling) als de nieuwe actant (ToC) interacteren en verandering ondergaan om ToC uiteindelijk een stabiele plaats in het nieuwe netwerk te geven. Latour heeft een (normatief) model ontwikkeld voor het succesvol doorvoeren van verandering: het due process model. Methoden: Dit is een cross-sectioneel, kwalitatief en beschrijvend onderzoek. Primaire onderzoeksmethode is participatieve observatie van verpleegkundigen en secundaire onderzoeksmethoden zijn interviews en documentenanalyse. Er is geobserveerd op drie verschillende afdelingen van het GHZ. Er is per afdeling een rijke beschrijving gemaakt van de implementatie van ToC in het GHZ en op de verpleegafdelingen, het dagelijks werk met ToC op de afdelingen en de beleving van ToC bij de verpleegkundigen. Resultaten: ToC is een bottom-up benadering voor het signaleren en oplossen van logistieke problemen, maar is top-down geïntroduceerd op de verpleegafdelingen. Elke afdeling heeft een eigen betekenis en praktische invulling aan ToC gegeven. Het registreren van stuurinformatie wordt door de verpleegkundigen als belastend ervaren en is nog geen volledig geïntegreerd onderdeel van de werkzaamheden. Men ziet ToC als een hype en er is een geringe betrokkenheid van artsen en management bij het werken met ToC. Conclusie: Bij terugkoppeling van de resultaten naar het due processs model van Latour valt het op dat niet alle betrokkenen uitvoerig hebben kunnen discussiëren over het bestaansrecht van ToC en de wijze waarop ToC eventueel kan worden ingepast in het bestaande netwerk: ToC staat nog steeds ter discussie. Het idee van tijdelijkheid van ToC en de geringe betrokkenheid van artsen en management belemmeren een definitieve ‘inpassing’ van ToC in het netwerk van de verpleegafdeling: De mogelijkheid bestaat dat ToC hierdoor ‘lost in translation’ raakt. Discussie: ANT biedt een interessant perspectief op het onderzoeken en aanbrengen van verandering in de complexe werkelijkheid. Er is meer onderzoek nodig naar de mechanismen die ten grondslag liggen aan de geconstateerde geringe betrokkenheid van artsen en management bij het werken met ToC.