De in de toekomst verwachte stijging van het aantal mensen met de chronische ziekte diabetes mellitus type 2, behoeft een verandering betreffende de organisatie van de zorg en eveneens betreffende de bekostiging van de zorg. Integrale bekostiging kan bijdragen aan het realiseren van gezondheidswinst voor chronische zieken, maar eveneens aan de betaalbaarheid van de zorg. Integrale bekostiging wordt gekwalificeerd als het toepassen van een keten-DBC die het mogelijk maakt, verschillende onderdelen van de zorg als één integraal product in te kopen en te declareren. Dit onderzoek beschrijft de consequenties van deze verandering van bekostiging op de planning en op de control van de diabeteszorg. Door middel van een casestudie is in de regio Midden-Holland onderzoek uitgevoerd gericht op de consequenties van de invoering van de integrale bekostiging op de planning en control van de diabeteszorg. Ten eerste is teneinde de theoretische achtergronden te verkennen literatuuronderzoek uitgevoerd en voorts is empirisch onderzoek uitgevoerd, bestaande uit documentenanalyse en uit interviews met de verschillende betrokken disciplines. Het literatuuronderzoek bevat ten eerste inzicht in de inhoud van het begrip diabeteszorg. Ten tweede geeft het inzicht in de inhoud van het begrip integrale bekostiging en ten derde is de inhoud van het begrip planning en control nader toegelicht. De onderzoeksresultaten bevatten als eerste de situatie in Midden-Holland zoals deze was vóór de integrale bekostiging, de bekostiging van verrichtingen. Voorts wordt inzicht gegeven in de actuele situatie, de situatie betreffende de integrale bekostiging. De conclusie van het onderzoek bevat een aantal belangrijke consequenties als gevolg van de invoering van de integrale bekostiging op de planning en op de control van de diabeteszorg. Als eerste heeft de keuze betreffende de juridische entiteit een grote invloed op de organisatie van de zorg. De keuze van de juridische entiteit kan opportunistisch gedrag veroorzaken. Dit geldt eveneens voor de mate van multidisciplinaire expertise in de samenstelling van de zorggroep. Ten tweede is als gevolg van de invoering van de integrale bekostiging de rol van de huisarts vergroot. De coördinatie van de gehele zorg is als gevolg daarvan de taak van de behandelend huisarts, voorheen was dit mogelijk de taak van de diabetesverpleegkundige. Een derde consequentie van de invoering van integrale bekostiging is de problemen met de inpasbaarheid binnen het huidige bekostigingssysteem. De horizontale, sectoroverstijgende bekostiging door middel van een keten-DBC past niet in het huidige verticale, sectorale bekostigingssysteem. De nieuwe vorm van bekostiging vergt meer werk, en als gevolg daarvan bijvoorbeeld meer kosten in de declaratie. Ten vierde wordt als gevolg van de integrale bekostiging de keuzevrijheid van de patiënt bedreigd. Doordat de zorggroep niet alle zorgaanbieders contracteert, wordt de patiënt beperkt in zijn keuze. Ten slotte is de eenduidigheid in de structuur van de diabeteszorg als een positieve consequentie te kwalificeren van de invoering van de integrale bekostiging. Door de landelijke richtlijn, de zorgstandaard, is een landelijke eis gesteld aan het minimum waar goede diabeteszorg aan moet voldoen. Dit voorkomt eveneens dat patiënten tussen „de wal en het schip‟ dreigen te raken.

E.A. de Knecht RA, Drs. B.M. van Ineveld
hdl.handle.net/2105/8519
Master Zorgmanagement
Erasmus School of Health Policy & Management

Haastert, R. van. (2010, May). Integrale bekostiging: Regie of Regime?. Master Zorgmanagement. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8519