De afgelopen decennia is het aantal ondersteunende IT toepassingen in de zorg in snel tempo gestegen. Eén van deze toepassingen is het elektronisch voorschrijfsysteem (EVS), dat de plaats van de papieren medicatieopdracht heeft overgenomen. EVS werd geïntroduceerd als dé oplossing voor knelpunten die in de medicatieworkflow van het papieren systeem bestonden. Dit systeem bleek echter niet de oplossing te zijn voor alle problemen. Onderzoeken lieten zien dat ook het EVS kampte met knelpunten in de workflow. Door het ontbreken van een vergelijkingsstudie tussen het papieren en het elektronische systeem was echter niet duidelijk of de geconstateerde knelpunten daadwerkelijk nieuw waren of ook al in de papieren situatie bestonden. Om een bijdrage te leveren aan bovengenoemde theoretische lacune is in deze thesis onderzoek gedaan op de afdelingen Oncologie en Cardiologie van het Westfriesgasthuis in Hoorn. Deze afdelingen schrijven respectievelijk op papier, dan wel met behulp van het EVS, medicatie voor. Er is onderzocht wat de overeenkomsten en verschillen zijn in de knelpunten van beide systemen, waarbij de medicatieworkflow van de verpleegkundige als uitgangspunt heeft gediend. De empirische data ten behoeve van dit onderzoek is in een gecombineerde methode van documentanalyse, observaties en interviews verzameld. Uit analyse van de gegevens blijkt dat het niet zozeer nieuwe knelpunten betreft die het EVS heeft geïntroduceerd, maar dat het gaat om verschoven knelpunten uit het papieren systeem. Wat hierbij opvalt, is dat in beide situaties de kans op fouten het grootst is wanneer van de standaard “routine” workflow wordt afgeweken, bijvoorbeeld in acute situaties. Daarbij moet worden opgemerkt dat een aantal knelpunten uit het papieren systeem wel degelijk met de komst van het EVS zijn opgelost. Ter afsluiting van het onderzoek worden enkele aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen hebben enerzijds tot doel de werkbaarheid van het EVS binnen het Westfriesgasthuis te verbeteren en anderzijds adviezen aan te dragen voor vervolgonderzoek.