Vanaf oktober 2008 is de wereld verzeild geraakt in een financiële crisis. Diverse grote banken waren in de problemen gekomen, voornamelijk in de Verenigde Staten. Het omvallen van de grote effectenbank Lehman Brothers en de zwaar in nood verkerende bank Merrill Lynch en verzekeringsmaatschappij AIG, maakten de crisis nauwgezet zichtbaar. De overheid heeft met man en macht geprobeerd, de financiële instellingen overeind te houden. Deze ontwikkelingen in het epicentrum van de financiële wereld zorgden voor een beweging in de rest van de wereld, zo ook in Nederland. Grote instellingen zoals ING Groep, AEGON, SNS Reaal zijn alle drie onder andere in zwaar weer terechtgekomen. De centrale banken in Europa hebben gezamenlijk acties ondernomen tegen de economische malaise. Door al deze perikelen en de hevige dalingen op de aandelenmarkten kwam de crisis dagelijks in de media. Televisie, radio en de dag- en weekbladen rapporteerden continu over de verschillende gebeurtenissen in de financiële wereld. In de thesis is een Amerikaanse krant en een Nederlandse krant onderzocht, respectievelijk The New York Times en De Telegraaf. The New York Times is een progressieve kwaliteitskrant en De Telegraaf is een rechtse populaire krant. Middels een kwantitatieve en kwalitatieve analyse is gekeken hoe de dagbladen de financiële crisis in beeld hebben gebracht. Het nieuws wordt op een populaire manier weergegeven in De Telegraaf. Bij The New York Times staat kwaliteit en objectiviteit hoog in het vaandel. Doordat De Telegraaf een massakrant is en een breed publiek aanspreekt worden verschillende lagen van de bevolking aangesproken. Dit publiek is beïnvloedbaar. De Telegraaf heeft daarmee veel invloed die het uit kan oefenen. Bij The New York Times is deze invloed een stuk minder. Het publiek is hier helemaal niet zo passief en de informatie wordt gekoppeld aan bestaande kennis. Het publiek wordt geacht de nieuwsberichten beter op te slaan en te verwerken en dat is bij de Amerikaanse krant veel meer het geval dan bij de Nederlandse krant. Doordat de financiële crisis een statische onderwerp is zijn oneindig veel beelden van banken, bedrijven en andere instanties getoond. Doordat weinig beelden een emotionele lading hebben blijft de financiële crisis afstandelijk en ook abstract. De kwalitatieve analyse heeft meer inzicht gegeven over de betekenis van de geselecteerde foto’s. De foto’s geven een indicatie hoe de financiële crisis op diverse manieren in beeld wordt gebracht. Foto’s van banken, een woedende groep personen, maar ook stilstaande (bouw)projecten en invloedrijke politici zijn hier voorbeelden van. De verslaggeving in De Telegraaf is emotioneler en dramatischer in vergelijking met de Amerikaanse krant. Hierin is duidelijk het verschil te zien tussen de populaire krant De Telegraaf en de kwaliteitskrant The New York Times. De Nederlands krant probeert een discussie op te roepen door middel van scherpe en dramatische koppen en het Amerikaanse dagblad wil met kwaliteitsjournalistiek het nieuws brengen.

, , , ,
Drs. L. Zweers
hdl.handle.net/2105/8970
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Floberg, M. (2011, January 20). De financiele crisis in beeld. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8970