Nederlandse leerlingen scoren hoger dan de gemiddelde Europese leerling, maar dalen in de internationale ranglijsten. Er bestaan daarom zorgen over met name het taal- en rekenniveau van leerlingen en het onderhouden daarvan gedurende de schoolloopbaan. Om die reden zijn er gedetailleerd beschreven normen, ofwel referentieniveaus, voor taal en rekenen opgesteld die aangeven wat leerlingen op bepaalde momenten in de schoolloopbaan moeten beheersen. Met de wettelijke invoering van die normen op 1 augustus 2010 probeert de politiek de zorgen over het onderwijs aan te pakken. Scholen zijn door de wettelijke invoering gedwongen om zich te houden aan deze inhoudelijke normen. Aangezien dit onderzoek zich focust op het basisonderwijs en het VMBO, worden alleen de gevolgen voor deze schoolsoorten genoemd. In het basisonderwijs worden de leerlingprestaties getoetst op de normen tijdens de eindtoets en in het VMBO door middel van het eindexamen Nederlands en een rekentoets. In dit rapport is onderzoek gedaan naar de mate waarin deze normen leiden tot gedragsverandering bij docenten. De uitkomsten zijn gebaseerd op gegevens uit eerdere enquêteonderzoeken en interviews die voor dit onderzoek zijn afgenomen. Allereerst is daarvoor gesproken met een aantal partijen die een belangrijke rol spelen in het implementatieproces. Uit de interviews met deze partijen werd duidelijk dat de overheid de implementatie voor een groot deel aan de scholen en intermediaire organisaties zelf overlaat. Dit wordt door de betrokken partijen niet erg gewaardeerd. De implementatie in het basisonderwijs zou niet worden voortgezet vanwege het ontbreken van toetsen en lesmethodes. In het VMBO zijn er problemen bij de implementatie, omdat deze scholen niet zouden weten ‘hoe’ er geïmplementeerd moet worden. Deze knelpunten zouden er, volgens de geïnterviewde partijen, voor zorgen dat de meeste docenten de normen nog niet hebben opgenomen in hun gedrag. Nadat met vijf docenten en twee locatiedirecteuren uit het VMBO en vier docenten en twee locatiedirecteuren uit het basisonderwijs is gesproken, werd duidelijk dat er verschillen bestaan tussen de schoolsoorten. In het basisonderwijs staan de docenten uit mijn onderzoek positief tegenover de normen, maar dit heeft nog niet geleid tot gedragsverandering. Twee van de vier docenten waren nog niet bekend met de normen. De geïnterviewde docenten uit het VMBO hebben lesmethodes aangeschaft om de lessen af te stemmen op de normen. Er lijkt zelfs een ‘strijd om extra tijd’ tussen de docenten van Nederlands en wiskunde te ontstaan. Opvallend is dat deze docenten tijdens de interviews aangaven dat alleen docenten van Nederlands en wiskunde verantwoordelijk zijn voor de invoering van de normen. Een verschil tussen de beide schoolsoorten is het urgentiegevoel dat bij de geïnterviewde docenten uit het VMBO hoger is dan bij de vier docenten uit het basisonderwijs. Ondanks dat is er onder alle geïnterviewde docenten wel draagvlak voor de gedetailleerd beschreven normen. Voor de implementatie willen bijna alle geïnterviewde docenten toetsen die zijn afgestemd op de normen. Zolang de eindtoets voor deze docenten uit het basisonderwijs niet is afgestemd, lijkt er weinig urgentie te zijn voor implementatie. Zowel een docent als een locatiedirecteur uit het VMBO vroegen om duidelijkheid over de regels ten aanzien van ‘rekenen’. Er is nog niet vastgelegd of de resultaten van de rekentoets gevolgen hebben voor het wel of niet slagen van leerlingen. Ondanks deze onduidelijk gaat de implementatie op beide onderzochte VMBO-scholen door. Tot slot lijken de meningen en de maatregelen van de schooldirecties invloed te hebben op de gedragsverandering van deze docenten. 6 Om de geconstateerde knelpunten aan te kunnen pakken en de gewenste gedragsverandering te stimuleren zijn er aanbevelingen opgesteld. Een belangrijke aanbeveling, die voor beide schoolsoorten van belang is, betreft het sturen op participatie van toetsontwikkelaars bij de vaststelling van de ‘uitwerkingsnormen’. Uitwerkingsnormen bepalen wanneer de inhoudelijke normen zijn behaald. Hierdoor kunnen toetsontwikkelaars afgestemde toetsen maken. Bij de onderzochte basisscholen lijkt de bekendheid met de normen laag. Het ministerie van OCW heeft destijds een partij aangesteld om informatie over de normen naar de doelgroep te communiceren. Het is om die reden aan te bevelen om met deze partij de onderzoeksresultaten te bespreken. Vervolgens zou deze partij zijn strategie kunnen evalueren, vergelijken en intensiveren. Omwille van de duidelijkheid ten aanzien van de regels voor ‘rekenen’ wordt aanbevolen hierover op korte termijn een besluit te nemen. In dit rapport wordt aanbevolen deze normen als een soort ‘onderhoudsplicht’ in te stellen. Hiermee wordt bedoeld dat het VMBO de rekenvaardigheden moet onderhouden en dit moet kunnen aantonen. Deze regeling lijkt uit de resultaten van dit onderzoek op meer draagvlak te kunnen rekenen en bevordert dat deze VMBO-scholen eerder geneigd zullen zijn om de rekenvaardigheden in meerdere vakken op te nemen. Dit wordt de ‘geïntegreerde aanpak’ genoemd. De onderwijsinspectie zou ingeschakeld moeten worden om samenwerking tussen het basisonderwijs en het VMBO te stimuleren. Deze aanbeveling wordt gegeven naar aanleiding van de zorgen van de geïnterviewde VMBO-docenten over de haalbaarheid van de normen. Tot slot is het aan te bevelen nader onderzoek te doen naar de effectiviteit van de geïntegreerde aanpak voor de referentieniveaus. Deze aanpak wordt door de expertgroep, die de normen heeft opgesteld, aanbevolen. Eén geïnterviewde docent noemt het een ‘ideale aanpak’ en een andere docent vindt de aanpak juist onwerkbaar. Om er zeker van te zijn dat deze aanpak ervoor zorgt dat het doel, het verhogen van het taal- en rekenniveau, wordt bereikt is nader onderzoek aanbevolen.

, , , , ,
Twist, Prof.Dr. M. van, Eldering, M.
hdl.handle.net/2105/9854
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Ende, I. van den. (2011, August 31). Referentieniveaus in de onderwijspraktijk. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/9854