deze thesis is onderzoek gedaan naar de waarborging van ruimtelijke kwaliteit in Ruimte voor de Rivierprojecten, in het bijzonder in de overgang naar de uitvoeringsfase. Er is een kennisbehoefte omtrent waarborging van ruimtelijk kwaliteit, omdat er begin 2011 vermoedens zijn dat ruimtelijke kwaliteit onder druk staat of komt te staan in de overgang naar uitvoeringsfase, hetgeen vaker voorkomt in complexe ruimtelijke ontwikkelingsprojecten. Het miljardenprogramma Ruimte voor de Rivier bestaat uit meer dan 30 projecten, waarbij sprake is van een dubbeldoelstelling. Deze dubbeldoelstelling bestaat uit het verhogen van de waterveiligheid in het Nederlandse rivierengebied en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in het gebied. Programmadirectie Ruimte voor de Rivier (PDR) en andere betrokken overheden zijn zeer tevreden over de verworven ruimtelijke kwaliteit gedurende de planstudiefase, maar willen ervoor waken dat deze in de overgang naar en tijdens de uitvoeringsfase weglekt. Doelstelling van dit onderzoek is enerzijds om na te gaan of in de overgang van planstudie- naar uitvoeringsfase de ruimtelijke kwaliteit überhaupt onder druk staat en welke factoren hier mogelijk aan ten grondslag liggen. Anderzijds, is een doel van het onderzoek om inzichtelijk te maken hoe het (project)management tracht ruimtelijke kwaliteit te waarborgen en hoe hier effectiever mee om te gaan. In dit kwalitatieve onderzoek zijn een drietal Ruimte voor de Rivierprojecten geselecteerd om als casestudy te fungeren. Aan de hand van enkele criteria zijn drie Ruimte voor de Rivierprojecten geselecteerd: Noordwaard, Munnikenland en Veessen-Wapenveld. Op basis van literatuuronderzoek zijn vervolgens een viertal concepten geoperationaliseerd die als onderzoekskader dienen voor de drie Ruimte voor de Rivierprojecten. Deze vier concepten zijn ‘ruimtelijke kwaliteit’ , ‘druk op ruimtelijke kwaliteit’, ‘proces- en of projectmanagementstijl’ en ‘waarborging ruimtelijke kwaliteit’. Met behulp van een documenten- en actorenanalyse en het afnemen van semi-gestructureerde interviews met zorgvuldig uitgekozen respondenten zijn de benodigde resultaten verkregen met betrekking tot het viertal theoretische concepten. In de planstudiefase is veel aandacht besteed aan het realiseren en waarborgen van ruimtelijke kwaliteit. De projectteams, ontwerpteams, PDR en het Q-team hebben onder meer door het inzetten van participatiestrategieën en het opstellen van ruimtelijke kwaliteitskaders ervoor gezorgd dat ruimtelijke kwaliteit verworven is. De betrokkenen zijn zeer tevreden over de vorderingen aangaande de doelstelling ruimtelijke kwaliteit, zowel in het ontwerpproces als op bestuurlijk gebied. De druk op ruimtelijke kwaliteit in Ruimte voor de Rivierprojecten is relatief beperkt gehouden. Dit komt doordat ruimtelijke kwaliteit in de planstudiefase aan de voorkant goed is geborgd door de inzet van een uitgebreid instrumentarium, die zowel uit menselijke als formele instrumenten bestond. Wel zijn er enkele zorgen, bedreigingen, valkuilen en onduidelijkheden waarneembaar die ruimtelijke kwaliteit onder druk zet. Enkele factoren die druk op ruimtelijke kwaliteit veroorzaken zijn het beheervraagstuk, het huidige politieke klimaat en de aangekondigde bezuinigingen. Ook bestaat veel onduidelijkheid over de toetsing van ruimtelijke kwaliteit en interactiemogelijkheden binnen systeemgerichte contractbeheersing (SCB). In de overgang naar de uitvoering is waarborging van ruimtelijke kwaliteit een moeilijk verhaal. Door afwezigheid van beproefde en effectieve instrumenten wordt de waarborging van ruimtelijke kwaliteit een kwetsbaar gebeuren. In de overgang is een minder uitgebreid en minder effectief instrumentarium voorhanden dan in de planstudiefase. Hierdoor is zelfs een beperkte mate van druk op ruimtelijke kwaliteit een zorgwekkende ontwikkeling. Doordat er sprake is van een transitie van traditionele aanbestedingen naar nieuwe geïntegreerde contractvormen, komen er in de uitvoeringsfase meer verantwoordelijkheden te liggen bij de opdrachtnemer. De waarborging van ruimtelijke kwaliteit vindt daarom hoofdzakelijk plaats door formele toetsen, die verbonden zijn aan SCB. Echter, de effectiviteit van deze toetsvorm is (nog) niet aangetoond en daarnaast zijn veel betrokkenen nog niet bekend met het werken met SCB. In Ruimte voor de Rivierprojecten is sprake van een indirecte samenhang tussen managementstijl en de waarborging van ruimtelijke kwaliteit. In de planstudiefase zijn alle drie de Ruimte voor de Rivierprojecten ingestoken met een procesmanagementstijl, hetgeen draagvlak in de omgeving en signaleringskracht bij het projectteam heeft opgeleverd. Hierdoor is de druk op ruimtelijke kwaliteit afgenomen. In het tweede gedeelte van de planstudiefase is vervolgens een combinatie van proces- en projectmanagement toegepast, waardoor meer aandacht was voor daadkracht en ruimtelijke kwaliteit ook daadwerkelijk werd vastgelegd in Masterthesis Bestuurskunde J.H. Albers Waarborging van ruimtelijke kwaliteit in Ruimte voor de Rivierprojecten 5 documenten. Hiermee droeg het projectteam uit dat er aan ruimtelijke kwaliteit niet getornd kon worden, waardoor de druk op ruimtelijke kwaliteit beperkt bleef. De projectteams hebben ruimtelijke kwaliteit aan de ‘voorkant’ goed geborgd, maar aan de achterkant kan deze door toedoen van bijvoorbeeld externe dynamiek nog steeds verloren gaan. Deze externe dynamiekfactoren hebben bijvoorbeeld te maken met het huidige politieke klimaat en de aangekondigde bezuinigingen. De voornamelijk formele instrumenten moeten ruimtelijke kwaliteit beschermen tegen deze onverwachtse en onvoorspelbare externe factoren, terwijl zij daar niet op ingericht zijn. De waarborging van ruimtelijke kwaliteit in de overgang naar uitvoering kan zowel op project- als programmaniveau verbeterd worden. Er moet bijvoorbeeld voldoende mate van signaleringskracht in het projectteam aanwezig zijn. Deze signaleringskracht moet zodanig zijn dat het projectteam ook buiten de toetsen om signalen probeert op te vangen, die mogelijk van invloed kunnen zijn op ruimtelijke kwaliteit. Vervolgens zal het projectteam binnen de kaders van SCB moeten zoeken naar oplossingen, zoals het inschakelen van deskundigheid. Daarnaast moet het projectteam ervoor zorg dragen dat de verantwoordelijken uit de planstudiefase het projectteam pas verlaten, zodra alle procedures zijn doorlopen. Op programmaniveau is aan te bevelen om per project een onafhankelijke supervisor aan te stellen als bewaker van ruimtelijke kwaliteit. Ook kan vanuit de PDR een betere informatievoorziening worden opgesteld met betrekking tot SCB en het toetsen van ruimtelijke kwaliteit, zodat de huidige onduidelijkheden bij betrokkenen kunnen worden weggenomen.

, , , ,
Buuren, Dr. M.W. van, Heuvelhof, Prof.Mr.Dr. E.F. ten
hdl.handle.net/2105/9929
Econometrie
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Albers. J. (2011, August 31). Waarborging van ruimtelijke kwaliteit in Ruimte voor de Rivierprojecten. Econometrie. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/9929