De Stichting Laurenskerk vond dat de aantrekkelijkheid van de Laurenskerk voor toeristen kon worden versterkt door onder andere het inrichten van een permanente expositie over de geschiedenis van de Laurenskerk. Omdat deze tentoonstelling geen traditionele expositie is, wilde de directeur van Stichting Laurenskerk graag weten hoe de tentoonstelling onder bezoekers van de Laurenskerk beleefd wordt. Naar aanleiding van deze vraag is dit onderzoek tot stand gekomen. Wel is het onderzoek breder opgezet door een vergelijking met andere historische religieuze monumenten en is de cultuurtoerist in beeld gebracht. Onder meer wordt onderzocht welk effect de permanente tentoonstelling heeft op de bezoeker. Daarnaast is het onderzoek een geïntegreerd vergelijkend onderzoek naar alle aspecten van een bezoek, zoals de aanwezigheid van verschillende faciliteiten, het informatieaanbod en de beleving van de ruimte. Op deze punten wordt de Laurenskerk vergeleken met twee andere historisch monumentale kerken in Nederland, de Grote Kerk in Dordrecht en de Sint-Janskerk in Gouda. De kerk verliest door een aantal ontwikkelingen steeds meer leden. In veel gevallen heeft dit proces gezorgd voor opheffing en samenvoeging van parochies en gemeentes. De kerkgebouwen worden afgebroken (katholieke kerken) of krijgen een nieuwe herbestemming (protestantse kerkgebouwen), zoals winkels, appartementen, huisartsenposten, discotheken of een andere herbestemming. Bij monumentale kerken, die beschermd zijn vanwege de Monumentenwet, gaat het anders. Afbraak of een ingrijpende verbouwing zijn hier vanzelfsprekend niet aan de orde. Omdat de kosten voor het gebouw niet langer door de kerkelijke gemeenten kunnen worden gedragen, worden de gebouwen vaak overgedragen aan een stichting die voor onderhoud en exploitatie zorgt. Dit is ook het geval bij de Laurenskerk. Om het gebouw overeind te houden, moet de stichting nieuwe gebruiksvormen bedenken voor de inkomsten, bijvoorbeeld door het organiseren van culturele evenementen. Ook andere kerken bedenken aanvullende of nieuwe gebruiksvormen. Dan rijst de vraag: hoe beleven de bezoekers deze aanpassingen van de religieuze ruimte? Leveren deze veranderingen ook het beoogde doel op, namelijk het aantrekken van bezoekers en eventueel nieuwe doelgroepen enerzijds en het behoud van religieus erfgoed anderzijds? In hoeverre moet een historisch kerkelijk monument een authentiek historisch interieur hebben om gewaardeerd te worden? Maakt het veel uit wat er getoond wordt? Speelt authenticiteit een rol in de beleving en waardering van de bezoeker? De hoofdvraag van dit onderzoek is of en wat het uitmaakt wat er getoond wordt in monumentale kerken, dus die met een dubbele functie, religieus en museaal, in de beleving en waardering van de bezoekers. In het onderzoek wordt ook bekeken welke faciliteiten monumentale kerken bezitten en wat de geboden informatie voor de bezoeker inhoudt. Hieruit is de volgende probleemstelling geformuleerd. De probleemstelling van dit onderzoek luidt als volgt: In hoeverre heeft de aanwezigheid van een authentiek interieur van een monumentale kerk invloed op de beleving en waardering van de bezoekers? En in welke mate verschillen de beleving en waardering van de bezoekers voor het interieur van de Laurenskerk en de daar aangeboden informatie en beschikbare faciliteiten van de beleving en waardering van de informatie en faciliteiten zoals deze in de Sint-Janskerk in Gouda en de Grote Kerk in Dordrecht worden aangeboden? Voor dit onderzoek is een selectie gemaakt tussen drie historisch kerkelijke monumenten, die naast veel overeenkomsten ook van elkaar verschillen qua sfeer en inrichting. De Laurenskerk in Rotterdam staat in dit onderzoek centraal en wordt vergeleken met twee andere kerken, te weten de Sint-Janskerk in Gouda en de Grote Kerk in Dordrecht.

, , , ,
Halbertsma, Prof.dr. M.E.
hdl.handle.net/2105/10275
Sociologie van Kunst en Cultuur , Master Arts, Culture & Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Heemskerk, M. (2011, August 31). Een monument vol belevenissen. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/10275