Met de ambitieuze duurzaamheidsprogramma’s van de EU en het Rijk staan gemeenten in Nederland voor de grote uitdaging om hun steentje bij te dragen aan een schone en veilige leefomgeving. Slimme energieconcepten voor hernieuwbare energiebronnen kunnen hieraan bijdragen. De gemeente speelt hier op in, onder andere door zich in te zetten voor de implementatie van duurzame energiebronnen in het stedelijk gebied. In ons land zijn enkele unieke pionierswerken opgestart waarbij aardwarmte wordt gekoppeld aan stedelijke gebiedsontwikkeling. In het landelijk gebied speelt aardwarmte al een rol van betekenis in de tuinbouwsector, maar in de steden is aardwarmte nog een nieuw fenomeen. De implementatie hiervan lijkt nog een complex gegeven te zijn dat een veelheid aan vraagstukken oproept. Doel van dit onderzoek is daarom: inzicht verkrijgen in de wijze waarop de gemeente aardwarmte kan implementeren in stedelijke gebiedsontwikkeling. Voor dit onderzoek zijn twee projecten geselecteerd waarbij aardwarmte binnen stedelijke gebiedsontwikkeling is toegepast, namelijk: Aardwarmte Den Haag en Strijp-S te Eindhoven. Deze aardwarmteprojecten vormen een goede illustratie van de uiteenlopende rol van de gemeente die in beide gevallen gedreven werd door haar ambitie om een klimaatneutrale stad te worden. De gemeente Den Haag speelde een zeer actieve rol als initiator en nam ook zelf deel aan de vennootschap, waarbij zij een deel van haar bevoegdheden overdroeg aan het nieuw opgerichte Aardwarmte Den Haag BV. Dit was een duidelijk nieuwe rol die de overheid vervulde. In Eindhoven raakte de gemeente betrokken door haar publieke rol binnen de stedelijke gebiedsontwikkeling. De gemeente Eindhoven is met Philips en VolkerWessels georganiseerd in een BV die het gebied Strijp-S nieuw leven inblaast, waarbij bodemsanering hand in hand gaat met de implementatie van aardwarmte. Wat de rol van de gemeenten Den Haag en Eindhoven was binnen het samenwerkingsverband en wat hun invloed was op de besluitvorming is nader onderzocht aan de hand van de zogeheten netwerkanalyse (Koppenjan en Klijn, 2004). Hiermee kan een beeld van de betrokken actoren, de afhankelijkheidsrelaties, de besluitvormingsarena’s en het proces worden verkregen. Op basis van literatuur en theorie is een comparatieve analyse opgesteld die is gebruikt om interviews uit te voeren met betrokkenen uit het project. Daarnaast hebben experts op het gebied van aardwarmte en energietransitie hun mening gegeven aan de hand van open vragen. De resultaten van het onderzoek geven weer dat de implementatie van een duurzame energiebron in stedelijke gebiedsontwikkeling niet altijd soepel en zonder risico verloopt. In de onderzochte aardwarmteprojecten valt op dat alle actoren overtuigd zijn van het duurzaamheidsideaal, maar dat geld uiteindelijk de doorslaggevende factor is in de samenwerking. Onder invloed van een steeds complexer wordende wereld, zien alle partijen de voordelen van samenwerking. Zowel woningcorporaties als energiebedrijven en marktpartijen pleiten voor een actieve rol van de gemeentelijke organisatie als initiërende en verbindende factor. Deze rol vervulde de gemeente in beide onderzochte projectcases. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de gemeente veel risico neemt om haar duurzaamheidsambitie te verwezenlijken door deel haar deelname aan een risicovol project. De gemeente kwam hierdoor in beide onderzochte studiecases in een afhankelijkheidspositie terecht waardoor zij minder invloed kon uitoefenen. Aardwarmteprojecten kennen impasses die moeilijk te managen zijn, omdat de afzetmarkt voor warmte-energie bepalend is voor het succes van aardwarmteprojecten. Deze markt kan door de gemeente moeilijk worden gestuurd. De gemeente neemt deel aan aardwarmteprojecten vanuit haar ambitie om het stedelijk gebied te verduurzamen, maar loopt het risico daarbij niet alleen haar investering kwijt te raken, maar ook haar doel (duurzaamheid) te missen. De gemeente blijft desalniettemin een onmisbare schakel bij de totstandkoming en uitvoering van aardwarmteprojecten. Door een leidende rol op zich te nemen, biedt zij aardwarmte in het stedelijk gebied een kans.

, , ,
Braun, E.
hdl.handle.net/2105/15949
Master City Developer
Erasmus School of Economics

Dohnalek, D. (2014, January). Schiet de gemeente haar doel voorbij?. Master City Developer. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/15949