‘Terwijl ik verdrietig omkeek, zag ik achter de sleutel in het slot. Ik stak hem haastig bij mij als onvervreemdbaar bezit, de gouden sleutel der herinnering en ik herademde omdat ik wist, dat ik daarmee de toeging tot mijn jeugdland altijd weer zou kunnen ontsluiten om er even te verpozen bij al wat mij en bij de kleine Anglo lief was geweest.’ Bovenstaand citaat is afkomstig uit één van de vele inzendingen voor de prijsvraag van de Indische Kulturele Kring ‘Tong-Tong’ uit 1963/1964. De prijsvraag was uitgeschreven naar aanleiding van het eerste lustrum van de Kulturele Kring. Het I.K.K. bestuur gaf aan op zoek te zijn naar Indische jeugdherinneringen die in ‘eenvoudige’ taal, hetzij van ernstige, hetzij van vrolijke aard, werden opgeschreven. Mevrouw Van Zadelhoff-van Heemskerck, schrijfster van bovenstaand citaat, nam deel aan deze prijsvraag en zette haar jeugdherinneringen aan Nederlands-Indië in de jaren zestig op papier met de titel Om en bij de kleine anglo: Indische jeugdherinneringen. In dit autobiografische werk beschreef Van Zadelhoff-van Heemskerck verschillende gebeurtenissen, emoties en gevoelens waar zij als kind mee te maken kreeg in de voormalige Nederlandse kolonie rond het jaar 1900. Dit document biedt, net zoals de andere inzendingen voor de prijsvraag, inzichten in de manier van schrijven over familie, dieren, landschappen en het dagelijks leven van een Nederlands kind in een ‘zonovergoten paradijs’. Een Indische jeugd is onbereikbaarder dan een ‘gewone’ Nederlandse jeugd. De laatste generatie Nederlanders die in Indië is opgegroeid, heeft de plekken van zijn of haar kindertijd veelal abrupt moeten verlaten. Daarnaast moesten de postkoloniale autobiografen binnen een Nederlandse herinneringscultuur van schuld en schaamte zien om te gaan met een problematisch, ‘besmet’ verleden. De samenleving waar de auteurs deel van uitmaakten in hun jeugdjaren bestond uit een koloniaal systeem van apartheid, waar vanaf de jaren vijftig niet meer over gepraat werd. Het dilemma van de auteurs was een sterk terugverlangen naar een verleden dat als verwerpelijk werd gezien en ‘eigenlijk niet had mogen plaatsvinden’. Slechts aan de hand van hun opgeschreven, zorgeloze jeugdherinneringen leken zij hun ‘wankele’ zelf een vastere basis te kunnen verschaffen en hun identiteit bij te kunnen slijpen. Hoe deden zij dit?

, , , , , ,
Baggerman, A.
hdl.handle.net/2105/17840
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Polderman, Nanda. (2014, August 29). De jeugdherinnering aan Nederlands-Indië. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/17840