In 1951 publiceerde Hannah Arendt The Origins of Totalitarianism. Zij beschrijft hoe, waarom en waardoor de totalitaire regimes van Stalin en Hitler aan de macht konden komen. Arendt besteedt aandacht aan de situatie van staatlozen, vluchtelingen en minderheden in Europa tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Deze groepen lieten zien dat mensenrechten, zoals deze in de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger waren geformuleerd, in de praktijk onbruikbaar bleken. Volgens deze verklaring waren mensenrechten een natuurlijk verschijnsel en universeel toepasbaar. Door de komst van grote groepen staatlozen werd duidelijk dat deze geen aanspraak konden doen op mensenrechten en zo rechteloos werden. Arendt concludeert dat het enige mensenrecht dat kan bestaan ¨het recht om rechten te hebben¨ is; het recht om te behoren tot een vorm van een georganiseerde gemeenschap, een plek in de wereld. Het is een middel om te verzekeren dat mensen toegang hebben tot de wereld, noodzakelijk om een waardig menselijk bestaan te kunnen leiden.