Kiezen voor verkiezingen?

De centrale vraag van dit onderzoek is of verkiezingen van wijk- en dorpsraden een bijdrage leveren aan het functioneren van wijk- en dorpsraden. Het onderzoek geeft aan dat verkiezingen slechts een beperkt aantal voordelen heeft. Daartegenover staat een relatief groot aantal nadelen. Daarmee lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat verkiezingen voor wijk- en dorpsraden in positieve zin niet of nauwelijks een bijdrage leveren aan het functioneren van wijk- en dorpsraden. Verkiezingen geven wijk- en dorpsraden een herkenbare legitimatie voor hun doen en laten. Daarmee geven verkiezingen een wijk- of dorpsraad een sterkere positie ten opzichte van het gemeentebestuur. Ook leiden verkiezingen ertoe dat leden van gekozen raden zich verantwoordelijk voelen voor het wijk- en dorpsraadswerk. Deze voordelen wegen niet op tegen de negatieve effecten die verkiezingen tot gevolg hebben. Weliswaar blijkt uit het onderzoek dat raden met verkiezingen een sterke positie krijgen, maar dit medicijn lijkt erger dan de kwaal. Als gevolg van verkiezingen wordt de positie die een wijk- of dorpsraad inneemt in het besluitvormingsproces onduidelijk. Verkiezingen suggereren dat een gekozen wijk- en dorpsraad een sterke formele positie inneemt. Dit is niet het geval. De in dit onderzoek belichte wijk- en dorpsraden, ongeacht of zij gekozen zijn, hebben enkel en alleen adviserende bevoegdheden. De indruk bestaat dat wijk- en dorpsraden als gevolg van verkiezingen formeler en meer politiek-georiënteerd gaan werken. Dit draagt niet bij aan het verkleinen van de afstand tussen burger en bestuur, een belangrijke doelstelling van het instellen van wijk- en dorpsraden. Ook draagt dit niet bij aan het werven van leden voor de raden. Verkiezingen streven daarmee het beoogde doel om wijk- en dorpsraden een (betere) dwarsdoorsnede te laten zijn van de bevolking voorbij.