Beantwoording probleemstelling Aan de hand van de gepresenteerde gegevens, kan de probleemstelling worden beantwoord. In welke mate is de arbeidsmarktparticipatie van de vrouw tussen 1975 en 2005 veranderd en wat zijn daar de oorzaken van? Zoals uit de resultaten van de beschrijvende deelvraag is gebleken, is de vrouw meer gaan participeren op de arbeidsmarkt: het aantal vrouwen dat participeert op de arbeidsmarkt in de periode 1975 tot 2005 is gestegen van 18% in 1975 tot 53% in 2005. De verklarende deelvragen hebben als hoofdthema’s gediend voor de analyse van de onderzoeksgegevens, welke dan ook het volgende overzicht vormden zoals in hoofdstuk 1 gepresenteerd. Veranderingen in de arbeidsmarktparticipatie van de vrouw in de periode 1975 tot 2005 worden veroorzaakt door: - De stijging van het opleidingsniveau - De verlichting van de huishoudelijke taken - De groei van het aanbod van betaalde kinderopvang De stijging van het opleidingsniveau heeft invloed gehad op de verandering in de arbeids-marktparticipatie van vrouwen in de periode 1975 tot 2005, waarbij vrouwen zich bewust zijn geworden van eigen kennis. Deelname van vrouwen aan volledig onderwijs is tussen 1970 en 2000 met bijna een procentpunt per jaar is gestegen van 33% naar 58%. Het totaal aantal vrouwen dat stopt met werken na de geboorte van het eerste kind kent een percentage van 19%. Dit percentage wordt laag gehouden door de invloed van de middelbaar (17%) en hoog opgeleide (10%) vrouwen, die aangeven grotendeels niet stoppen met werken. Het opleidingsniveau is niet bepalend voor de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen na de geboorte van het eerste kind, doordat enerzijds het grootste deel van de vrouwen met hoog en middelbaar opleidingsniveau blijven werken (54%) maar de meeste van hen minder uren gaan werken en anderzijds vrouwen met een laag opleidingsniveau de grootste groep vormt die een gelijk aantal of meer uren gaan werken (38%). Echter, in het algemeen heeft de stijging van het opleidingsniveau een positief effect gehad op de arbeidsmarkt-participatie van vrouwen in de periode 1975 tot 2005. De verlichting van de huishoudelijke taken heeft invloed gehad op de verandering in de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen in de periode 1975 tot 2005. Het aandeel in huishoudelijke tijdsbesteding in de avond- en weekenduren is sinds 1975 flink toegenomen, doordat vrouwen meer aan het arbeidsproces zijn gaan deelnemen en nog altijd meer verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de huishoudelijke taken dan mannen. Ten eerste zijn de huishoudelijk taken sinds 1975 verminderd door de invoer van technologische apparaten en door het verleggen van prioriteiten in de huishoudelijke tijdsbesteding. De tweede ontwikkeling is de toegenomen verdeling in de huishoudelijke tijdsbesteding tussen mannen en vrouwen door de toename van de bijdrage van mannen. De derde ontwikkeling is de afname van de bijdrage van vrouwen in de huishoudelijke tijdsbesteding, die wordt verklaard door de toename van uitbesteding van huishoudelijke taken, zoals ingeschakelde hulp of buitenshuis dineren. Er kan gesteld worden dat een verandering in de uitvoering van de huishoudelijke tijdsbesteding van de vrouw heeft bijgedragen aan de toenemende arbeidsmarktparticipatie van vrouwen in de periode 1975 tot 2005. De groei van het aanbod van betaalde kinderopvang heeft invloed gehad op de verandering in de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen in de periode 1975 tot 2005. De onderzoeksgegevens laten de stijging van het gebruik van kinderopvang bij de respondentgroepen zien, waarbij groep 1975 beperkte mogelijkheden tot opvang had en groep 1990 en groep 2005 toegenomen mogelijkheden hiertoe. Het gebruik van betaalde kinderopvang in groep 1990 gaat om arbeidsmarkt-participatie om financiële redenen en in groep 2005 om de mogelijkheid te blijven werken en carrière te kunnen maken. Een andere oorzaak van de verandering in de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen in de periode 1975 tot 2005 is de vernieuwde gezinssituatie. Deze ontwikkeling is niet in een deelvraag opgenomen in het onderhavige onderzoek en om die reden niet als specifieke oorzaak bekeken. Tijdens het onderzoek werd echter duidelijk dat de gezinssituatie in de afgelopen drie decennia is veranderd tot een gezin met een meerhoofdige verantwoordelijkheid. In 1975 waren vrouwen meer ondergeschikt aan mannen, die als kostwinner van het gezin functioneerde. De daarop volgende vijftien jaar werd getekend door echtscheidingen, waarbij vrouwen gedwongen eenverdieners werden en een baan zochten om het inkomen te verdienen. Daarnaast ontstond rond 1990 de cultuur van anderhalfverdieners, waarbij vrouwen naast de kostwinner binnen het gezin een deeltijdbaan voor enkele uren in de week begonnen. Anno 2005 is een cultuur van tweeverdieners ontwikkeld, waarbij vrouwen een volwaardige kostwinner van het gezin zijn geworden en willen participeren op de arbeidsmarkt voor persoonlijke ontwikkeling. De langdurige relaties zijn meer omgezet naar duurzaam samenwonen.

Tijdens, Prof.Dr.K.G., Jetten, drs. L.F.J.
hdl.handle.net/2105/5049
Sociology
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Stam, J. (2009, January 15). Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid!. Sociology. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/5049