Aanleiding & probleemstelling Nederland staat voor grote ruimtelijke en maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie, klimaat-adaptatie, en verstedelijking. Dergelijke opgaven zijn complex en verweven en reiken over bestuurlijke grenzen heen. Om ze aan te kunnen pakken is samenwerking over bestuurlijke grenzen heen vereist, zowel binnen als tussen overheden. Er is een integrale gebiedsgerichte aanpak nodig en dat vraagt om een intensievere samenwerking tussen Rijk en regio als gelijkwaardige partners. Dit geldt ook in Zuid-Holland. De provincie Zuid-Holland wordt geconfronteerd met een toenemende verstedelijking wat een uitdaging vormt vanwege het (al) grote stedelijke netwerk in de provincie. Daarnaast is Zuid-Hol-land een energie intensieve regio vanwege de industriële en stedelijke structuur waardoor de energie-transitie grote gevolgen heeft. Ten slotte is Zuid-Holland kwetsbaar voor klimaatverandering. Tegelijkertijd staat Nederland met de invoering van de Omgevingswet aan de vooravond van een stelselwijziging. De Omgevingswet bundelt en moderniseert in één wet alle wetten voor de fysieke leefomgeving en zal vanaf 2021 in werking treden. Dit vraagt om een andere manier van werken. Het doel van de Omgevingswet is het bereiken en behouden van een gezonde en veilige leefomgeving met goede omgevingskwaliteit en tegelijkertijd ruimte bieden voor de ontwikkeling van maatschappelijke functies. De nieuwe Omgevingswet kan een integrale benadering bieden die dus vereist blijkt te zijn om bovengenoemde complexe opgaven aan te kunnen pakken. Echter vraagt de Omgevingswet van zowel het Rijk, als de provincies, als de gemeenten in Nederland om elk een eigen Omgevingsvisie op te stellen. Doordat de bewegingsruimte en -vrijheid van de omgevingsvisies dermate groot is, blijkt het dat deze omgevingsvisies veelal afzonderlijk van elkaar worden opgesteld waardoor de mogelijkheid bestaat dat er tussen verschillende overheden verschillende omgevingsvisies ontstaan die gebonden zijn aan de bestuurlijke grenzen. Om de opgaven aan te pakken waar Zuid-Holland mee geconfronteerd wordt en om toekomst-bestendig en veerkrachtig te worden en te blijven, is er verbetering van de kwaliteit van de interbe-stuurlijke samenwerking tussen Rijk, provincie en gemeenten vereist. De drie overheidslagen moeten gaan samenwerken als één overheid en ieder moet een bijdrage leveren van uit haar eigen verant-woordelijkheid. Echter is gebleken dat samenwerking tussen grote partijen zoals tussen het Rijk, de provincie Zuid-Holland en gemeenten complex is. Het bestaat uit verschillende interacties tussen ac-toren op verschillende niveaus en elke actor heeft zijn eigen belangen en doeleinden. Tevens vraagt de Omgevingswet om een andere manier van werken van overheden waardoor de rolverdeling van de overheden niet meer zo eenduidig is zoals in het verleden. De rollen en taken zijn afhankelijk van de aard van de opgave en het schaalniveau. Doelstelling & Vraagstelling Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen hoe de kwaliteit van de interbestuurlijke samenwer-king tussen het Rijk, de provincie Zuid-Holland, en de gemeente Rotterdam bij de omgevingsvisies ver-beterd kan worden zodat complexe grensoverschrijdende opgaven aangepakt kunnen worden. Om dit te onderzoeken wordt gekeken naar de recent vanuit de Nationale Omgevingsvisie geïntroduceerde Omgevingsagenda. De Omgevingsagenda is een programma onder de Omgevingswet voor het maken van gezamenlijke afwegingen en het definiëren van gezamenlijke opgaven en de gewenste aanpak tussen Rijk en regio. Een Omgevingsagenda moet de gezamenlijke integrale gebiedsgerichte opgaven bevatten van Rijk en regio op het gebied van de fysieke leefomgeving. In dit onderzoek wordt gekeken naar welke kansen de Omgevingsagenda biedt voor de verbetering van de interbestuurlijke samen-werking tussen het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam. Vervolgens wordt on-derzocht wat deze samenwerking specifiek betekent voor de rol van de provincie Zuid-Holland. Daar-naast wordt onderzocht wat de uitdagingen zijn van zo’n Omgevingsagenda en hoe hier op ingespeeld kan worden. De bijbehorende hoofdvraag luidt dan ook: ‘’Wat is de aanpak om te komen tot een Omgevingsagenda voor Zuid-Holland (voor de regio Rotter-dam) om de interbestuurlijke samenwerking te verbeteren en wat is hierin de rol van de provincie Zuid-Holland?’’ Om deze hoofdvraag te onderzoeken is er gebruik gemaakt van een kwalitatieve onderzoeksmethode, bestaande uit de analyse van beleidsdocumenten en de afname van interviews met respondenten van het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam. Belangrijkste resultaten en conclusies Het empirische onderzoek heeft aangetoond dat een gedeelde Omgevingsagenda voor Zuid-Holland een meerwaarde heeft voor verbetering van de kwaliteit van de interbestuurlijke samenwerking tus-sen het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam. Een gedeelde agenda is vereist om te kunnen omgaan met complexe grensoverschrijdende opgaven. Door middel van een gedeelde agenda kan een gemeenschappelijk doel geïdentificeerd worden en kan achterhaald worden waar de partijen elkaar nodig hebben en waar ze elkaar kunnen versterken. Binnen een gedeelde agenda is onderling vertrouwen en vitaliteit van belang, maar tegelijkertijd kan een gedeelde agenda bijdragen aan het onderling vertrouwen. Een gedeelde Omgevingsagenda is een middel om het gesprek te faci-literen en zorgt voor afstemming tussen Rijk en regio. Hierdoor kan er een gezamenlijke koers worden bepaald. Echter wordt de Omgevingsagenda wel geconfronteerd met een aantal uitdagingen. Tot nu toe is er veel kritiek op het opstellen van een Omgevingsagenda. Het gekozen schaalniveau - per lands-deel - wordt als te groot en te abstract gezien waardoor het volgens velen geen toegevoegde waarde heeft. Daarnaast heerst er veel onduidelijkheid bij de overheidspartijen (vooral bij provincie en ge-meenten) over wat een Omgevingsagenda voor hen gaat betekenen. De meerwaarde is onduidelijk waardoor meedenken niet gestimuleerd wordt. Tot slot zijn er zorgen over de uitvoering. De Omge-vingsagenda gaat over prioritering van opgaven in de regio. Echter zijn er veel vraagtekens over hoe de ambities en doelen van de Omgevingsagenda uiteindelijk tot uitvoering leiden. Belangrijkste aanbevelingen Om ervoor te zorgen dat de Omgevingsagenda van meerwaarde zal zijn moet de Omgevingsagenda per regio ingevuld worden en moet er aangehaakt worden op bestaande regionale samenwerkings-agenda’s. De Omgevingsagenda moet van meerwaarde zijn voor elke betrokken partij zodat het waar-devol is om mee te denken en mee te doen. Vervolgens moeten er stappen richting de uitvoering gemaakt worden. Daarnaast moeten alle departementen van het Rijk en het maatschappelijke mid-denveld aan de voorkant van het samenwerkingsproces betrokken worden. De provincie Zuid-Holland moet hierbij een verbindende en proactieve rol innemen, maar wel als gelijkwaardige partner. Een belangrijke aanbeveling voor vervolgonderzoek is om te onderzoeken wat de percepties, ervaringen en behoeften van andere gemeenten in de regio Rotterdam en in de rest van Zuid-Holland zijn wat betreft interbestuurlijke samenwerking. Tot slot is het belangrijk om per opgave de interbestuurlijke samenwerking te beschouwen, omdat elke opgave uniek is en maatwerk vereist.

Prof.dr.ing G.R. Teisman, H. Joosse-Bil, MSc.
hdl.handle.net/2105/50998
Public Administration
Erasmus School of Social and Behavioural Sciences

Bakker, Marieke. (2019, September 10). Een Omgevingsagenda voor Zuid-Holland. Public Administration. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/50998