De trek naar de stad lijkt voorbij. Dat concludeert voorliggende studie naar de woonaantrekkelijkheid van vier Zuid-Hollandse groeikernen. Inwoners uit Zuid-Holland geven massaal aan liever in een meer landelijke omgeving te wonen dan in een stadse. Te verwachten is dat de huidige pandemie (COVID- 19) deze trendbreuk extra kracht bijzet.

De geschetste beweging staat haaks op de ontwikkeling van de afgelopen 25 jaar waarbij de stad het continu wint van het platteland (Kooiman, De Jong, Huisman, Van Duin & Stoeldraijer, 2016). De stad wordt neergezet als de plek voor hoogopgeleiden, werkgelegenheid en inmiddels ook voor het stichten van een gezin. Het platteland loopt daarentegen leeg, het aantal kinderen neemt af en scholen en voorzieningen verdwijnen. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Bureau voor de Statistiek is dit tevens de prognose voor de komende 25 jaar.

Al ruim twee decennia is het beeld dat er een trek is naar de stad en dus een grote behoefte aan (hoog)stedelijk wonen. Het beleid is er dan ook voornamelijk op gericht om te verdichten en te verstedelijken, door veel woningen toe te voegen en centra te upgraden. De resultaten van deze studie laten echter zien dat ruim driekwart van de inwoners van Zuid-Holland landelijk/dorps wonen bij een verhuizing prefereert boven het wonen in de stad. Als hen bovendien wordt gevraagd wat men aantrekkelijk vindt aan de huidige woonplaats, zijn dit met name het groen en het wooncomfort – niet direct de “stadse” kenmerken die je zou verwachten in het beeld van de trek naar de stad.

,
Haaren, J. van (Jeroen), Mingardo, G. (Giuliano)
hdl.handle.net/2105/56107
Master City Developer
Erasmus School of Economics

Loeters, E. (Evelien). (2020, September). Liever landelijk dan stads; Een onderzoek naar de woonaantrekkelijkheid van vier Zuid-Hollandse groeikernen. Master City Developer. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/56107