In deze master thesis is onderzoek gedaan naar de verslaggeving van doping affaires in het wielrennen en het voetbal door Nederlandse kranten. De onderzoeksvraag hierbij is: Hoe doen Nederlandse kranten verslag van binnenlandse en buitenlandse doping affaires in de wielersport en het voetbal en welke verschillen en overeenkomsten zijn er? Het onderzoek is gedaan aan de hand van vier cases. Dit zijn: de dopingaffaire van Maradona in 1994, de Festina affaire uit 1998, de Nederlandse nandrolon affaire uit 2001 en de affaire over de bloedwaardes van Thomas Dekker uit 2008-2009. Per case is aan de hand van rond de vijfentwintig artikelen de verslaggeving van Nederlandse kranten en het ANP geanalyseerd. De analyse is met name op een kwalitatieve manier gebeurd. Hiervoor is gebruik gemaakt van de gefundeerde theorie benadering, discours analyse en frame analyse. Naast deze kwalitatieve manier van analyseren is er als aanvulling ook gering gebruik gemaakt van kwantitatieve analyse. De conclusie van het onderzoek is dat Nederlandse kranten en het ANP bij hun verslaggeving van doping affaires in de wielersport en het voetbal gebruik maken van frames. De mate waarin een bepaald frame voorkomt in de verslaggeving wordt in de eerste plaats bepaald door de sport en in de tweede plaats door het land waarin de affaire zich afspeelt.