Na de Stalins dood werd het beleid in de Sovjet Unie op enkele gebieden ingrijpend gewijzigd. Eén daarvan was de architectuur. Door de gigantische woningnood, maar ook doordat de architectuur in de Sovjet Unie werd gezien als merkteken en paradepaardje van het regime, werd er aan het bouwen grote waarde gehecht. Het Partijkader oefende op het bouwen een directe invloed uit. Na de machtsovername door Chruščëv in 1953, werden de landbouw en het bouwen de twee speerpunten in het streven naar de verhoging de consumptie. Een stroom aan decreten veranderde het bouwen ingrijpend. Er kwam een heel andere praktijk. Het bouwen bevond zich ten tijde van Stalin in een opmerkelijk isolement. Dat was verbonden met de specifieke positie van Stalin. Stalin was de nucleus, de top van de pyramide; hij was de accumulatie van macht. Alleen op het gebied van de legitimering en oorsprong van de staat had hij een concurrent. Dat was Lenin. De overwinning op de Duitse legers bracht daar verandering in, toen Stalin als redder van het vaderland werd geëerd. Dit was de spil van de laat-Stalinistische ideocratie, die ook in de architectuur werd gevestigd. De architectuur was voor de ideocratie de bedding. Vandaar dat in publicaties van Stalinistische architectonische plannen zelden werd duidelijk gemaakt of zij het centrum betroffen of een buitenwijk, wat de functies waren van de gebouwen; vandaar ook dat deze plannen steeds weer werden gepubliceerd, in bladen van verschillende jaargangen: zij waren verheven boven ruimte en tijd. Het land stond daar als een natie van horigen aan ten dienste. Deze natie kende geen buitenland maar alleen zichzelf. Het beeld van de staat onder Chruščëv was geheel anders. Chruščëv legitimeerde het bestaan van staat en Partij als een technocratie, waarvan de vrucht toekwam aan de burger. Deze technocratie werd verbeeld als moderniteit en de moderniteit was internationaal. Het centrale beeld van de grote leider werd uit de ideocratie weggezogen. De leemte werd gevuld met de beloftes van de technologie en de massaproductie. Deze technologie werd breed ingezet in de landbouw en het bouwen. De verhoging van de opbrengst van de agrarische sector zou, na aanvankelijke successen, teleurstellen. De verhoging van de kwantiteit van opgeleverde woningen zou een succes worden. Het leidde tot het grootste bouwproject van de wereld, van Dikson, ver boven de poolgrens, tot Ašchabad, in de woestijn, en van Vladivostok, aan de Stille Oceaan, tot Berlijn, grenzend aan West-Europa. Van groot belang waren ook representatieve gebouwen, als het Congrespaleis, die rond 1960 werden verwezenlijkt. Zij leken in hun vorm de omdraaiing van de esthetische principes van Stalin. Zij waren daarmee onlosmakelijk verbonden met het programma van destalinisatie dat onder Chruščëv was ingezet.

,
Lente, dr. D. van
hdl.handle.net/2105/8176
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Pavert, J. van. (2010, July 19). Bouwen onder Chruščëv. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8176