Deze thesis over cybercheating onderzoekt welke overeenkomsten en verschillen er zijn in de opvattingen van adolescenten en jongvolwassenen over offline vreemdgaan en (online) vreemdgaan via sociale netwerksites. Hiervoor werd een vragenlijst afgenomen onder 96 adolescenten en 76 studenten. Van deze adolescenten kregen er 15 een vignetstudie en 16 een story completion task. Bij de studenten kregen 12 een vignetstudie en 14 een story completion task. Statistische berekeningen hebben uitgewezen dat de meningen en opvattingen van de twee doelgroepen alleen significant verschillen wat betreft het flirten on- en offline. De jongvolwassenen bleken iets toleranter wat betreft het flirten. Andere significante verschillen werden niet gevonden. Daarnaast hebben correlatieberekeningen aangetoond dat er bepaalde correlationele verbanden bestaan tussen enkele variabelen. Zo werd er samenhang gevonden tussen leeftijd en de variabelen LiefdeSum, relatiestatus of ervaring en ervaring met vreemdgaan. Ook werd er een klein significant verband gevonden tussen iemands relatiestatus of ervaring en iemands ervaring met vreemdgaan. Tevens lijkt er samenhang te bestaan tussen hebben van een profiel op een sociale netwerksite en de variabelen LiefdeSum, geslacht en iemands algemene oordeel over vreemdgaan online. Het laatste verband dat uit de correlatieanalyse naar voren is gekomen is een kleine samenhang tussen de variabele algemeen oordeel vreemdgaan online en de variabele VriendschapSum. Door de kwantitatieve methode te combineren met kwalitatieve onderzoeksmethoden hebben wij geprobeerd meer inzicht te krijgen in de ervaringen van de twee leeftijdsgroepen wat betreft vreemdgaan off- en online. Uit het kwalitatieve gedeelte van het onderzoek, de vignetstudie en de story completion task, is onder andere naar voren gekomen dat men nadat men op de hoogte is van de ontrouw van de partner of andere sociale contacten met derden een onderzoekende houding aanneemt. Tevens viel in beide kwalitatieve studies op dat met name bij de adolescenten vrienden een grote rol speelden. Vrienden traden op als raadgevers en als steun bij de verwerking van de ontrouw. Verder vonden we net als bij het onderzoek van Kitzinger en Powell (1995) dat met name de vrouwen relatie-elementen zoals vertrouwen en eerlijkheid als belangrijk bestempelden en dat mannen de relatie voornamelijk seksualiseerden. Dit laatste zagen we vooral in de story completion task. Opvallend is dat in de kwalitatieve studies een bevinding uit onze kwantitatieve studie terugkwam, namelijk de bevinding dat naarmate iemand ouder wordt, de kans toeneemt dat hij of zij toleranter wordt ten opzichte van vreemdgaan. Bij de kwalitatieve studies zagen we immers dat vrijwel alle adolescenten beschreven dat de relatie als gevolg van ontrouw verbroken werd, terwijl de jongvolwassenen dit vrijwel zelden beschreven. Het vreemdgaan riep weliswaar boze reacties op, maar het leidde in het geval van de jongvolwassenen bijna nooit tot een relatiebreuk.

, , , ,
Jansz, prof.dr. J.
hdl.handle.net/2105/8196
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Schaijk, D. van. (2010, August 30). Cybercheating. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8196