Deze thesis is een vervolgstudie op het onderzoek van dr. Bernadette Kester getiteld The Art of Balancing. Foreign Correspondence in Non-Democratic Countries: The Russian Case (2010). Kester interviewde hiervoor elf Nederlandse correspondenten die in Moskou verbleven tussen 1982 en 2007. Kester richt zich in het bijzonder op de manier waarop de correspondenten aan bronnen kwamen en hun netwerk opbouwden, want in onze westerse, democratische samenleving bepalen bronnen grotendeels de inhoud van het nieuws. Wat betreft de persvrijheid rekenden NGO's zoals Freedom House en Reporters Without Borders de (voormalige) Sovjet-Unie tussen 1983 en 2007 tot niet-vrije landen, uitgezonderd van een korte periode in de jaren negentig en begin jaren '00 toen de persvrijheid als 'deels vrij' werd beoordeeld. In een niet-democratisch land, zoals Rusland, zijn er controles, restricties, sancties en (zelf)censuur, kortom beperkingen van de persvrijheid, terwijl van buitenlandcorrespondenten wel wordt verwacht dat hun werk voldoet aan de maatstaven van de westerse journalistiek. Gewone mensen zouden bang zijn om te praten, informatie van de overheid is niet te vertrouwen en sommige bronnen zijn moeilijk toegankelijk. In dit onderzoek wordt de correspondentie vanuit Moskou, die verscheen in het NRC Handelsblad tussen januari 1983 en december 2007, nader onderzocht aan de hand van de vraagstelling: Als buitenlandcorrespondenten journalistiek bedrijven in een niet-vrije omgeving met moeilijk toegankelijke bronnen, heeft dat dan consequenties voor hun uiteindelijke berichtgeving, en zo ja, welke? Door middel van een kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyse van 276 artikelen worden het scala aan brontypen, de transparantie in de berichtgeving en de betrouwbaarheid van bronnen geanalyseerd, en wordt er een inzicht geboden in wat er belemmerend werkt in de nieuwsgaring van correspondenten in niet-democratische landen. De bronnen worden ingedeeld in zowel typen als informatiekanalen (Sigal, 1973): routine, informeel en enterprise. In de periode die werd onderzocht, 1983 – 2007, werd een onderscheid gemaakt tussen vier politieke periodes die samenvielen met het bestuur onder de opeenvolgende staatshoofden: de Communistische Partij (1983 – 1985), Michail Gorbatsjov (1985 – 1991), Boris Jeltsin (1991 – 1999) en tot slot Vladimir Poetin (2000 – 2007). Wat betreft het gebruik van bronnen, beïnvloedde de situatie voor de (pers)vrijheid in Rusland de berichtgeving op een manier die bleek uit het gebruik van routine en enterprise kanalen als bronnen. Het percentage routine kanalen lag over het algemeen al lager dan in westerse berichtgeving. Bovendien werden meer enterprise bronnen gebruikt in niet vrije periodes, wat betekent dat de journalist actief op zoek ging naar andere bronnen dan de (onbetrouwbare) autoriteiten. Ondanks verschillende belemmeringen en moeilijk toegankelijke bronnen, bleek dat de baaierd aan gebruikte brontypen toch vrij breed was. Toen de persvrijheid in Rusland in de jaren negentig toenam, leek het gebruik van informatiekanalen in de berichtgeving van de buitenlandcorrespondenten meer op die in de westerse journalistiek. De meerderheid van de kanalen was routine, ten opzichte van informele en enterprise kanalen. De NRC – correspondenten moesten hun bronnen altijd zorgvuldig wegen, omdat er in iedere politieke periode wel een reden was om aan te nemen dat achter veel Russische bronnen bepaalde politieke of economische belangen schuilgingen. De betrouwbaarheid van bronnen werd met bronnenkritiek toegelicht en de correspondenten gaven hun berichtgeving ook blijk van factoren die belemmerend werkten.

, , , ,
Kester, dr.B.
hdl.handle.net/2105/8201
Media & Journalistiek
Erasmus School of History, Culture and Communication

Maris, M. van. (2010, August 27). Het gaat om het wegen. Media & Journalistiek. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8201