Het is al enige tijd een feit dat het publiek voor het klassieke concert vergrijst. Jongere generaties (20 tot ongeveer 55 jaar) lijken niet te willen komen naar dit genre. Waarom? En hoe zouden ze wel te trekken zijn? In opdracht van het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) is dit onderzocht in de vorm van een experiment. In totaal zijn er 19 individuen die niet van klassieke muziek houden, bereid gevonden om twee maal gratis naar een concert te gaan van het RPhO. Zowel vooraf als achteraf hebben zij een enquête ingevuld en is er met hen een interview gehouden. Er werden hier vragen gesteld over onder andere hun normale routine van culturele activiteiten, waarom men niet naar klassieke concerten gaat, wat men achteraf vond van de bijgewoonde concerten en of men in de toekomst vaker wil gaan naar het RPhO of een ander orkest. Hierbij is gekeken naar de houdingen en opvattingen die men heeft over dit soort concerten. Tevens speelde de beleving van de concerten en de gehele avond een rol. Uit de resultaten blijkt dat men vóór het gaan naar de concerten, deze concerten (stereotypisch) zien als elitair. De bekende vooroordelen waren aanwezig. Naderhand is dit beeld afgezwakt en is duidelijk dat klassieke muziek dankzij het experiment een alledaagser onderwerp geworden is. Deze verandering in houdingen en opvattingen is toe te schrijven aan het bijwonen van de concerten en de klassieke muziek, omdat de beleving van de concertavonden als prima in orde beoordeeld werd. Het genre is voor de deelnemers van dit onderzoek toegankelijker geworden en staat niet meer als ‘elitair’ omschreven hoog op de sociale ladder. Hiernaast heeft een meerderheid te kennen gegeven in de toekomst wel vaker naar een klassiek concert te willen gaan.

, , , ,
Eijck, dr. K. van
hdl.handle.net/2105/8920
Sociologie van Kunst en Cultuur , Master Arts, Culture & Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Derickx, K. (2010, August 4). De individuele beleving van klassieke concerten. Master Arts, Culture & Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/8920