Rotterdam is een stad waar sinds de Tweede Wereldoorlog veel migranten naar toe zijn gemigreerd. Tegenwoordig is bijna vijftig procent van de inwoners van Rotterdam van niet-Nederlandse afkomst. Migranten komen van dichtbij en ver weg. Surinamers, Marokkanen en Turken komen van ver, net als Antillianen. In de jaren vijftig was de bevolking van Rotterdam overwegend blank en van Nederlandse afkomst. De komst van steeds meer migranten had maatschappelijke gevolgen. Zo leidde deze ondermeer tot maatschappelijke debatten over migranten en hun cultuur, en ook tot het ontstaan van het eerste geïntegreerde minderhedenbeleid. Zo’n maatschappelijk debat ontstaat als gevolg van contactsituaties, die ontstaan als (groepen) mensen, met verschillende culturen, met elkaar in aanraking komen. In de media en het maatschappelijk debat wordt niet altijd een genuanceerd beeld gegeven van migranten, hun cultuur en hun cultuurverandering en -behoud als gevolg van hun migratie. Concepten als integratie en assimilatie stellen processen van cultuurverandering en -behoud, als gevolg van contactsituaties, voor als éénrichtingsverkeer, waarbij de migrant zijn of haar cultuur moet aanpassen aan een ‘dominante’ en ‘Nederlandse’ cultuur. Dit lijkt geen volledig en genuanceerd beeld te zijn. Zo’n genuanceerd en volledig beeld is wel gewenst, net als volledig inzicht in processen van cultuurverandering en -behoud waar migranten na hun migratie in terecht komen. Dit onderzoek draagt bij aan zo’n beeld en zulk inzicht door naar een antwoord te zoeken op de vraag hoe Rotterdamse Antillianen sinds de jaren zeventig hun cultuur hebben veranderd en behouden, in welke richting dat proces zich heeft voltrokken en wat hierin de verhoudingen tussen de invloeden van bovenaf en onderop zijn. Allereerst moet duidelijk zijn dat deze processen, doordat zij ontstaan als gevolg van contactsituaties, de migratie van migranten naar steden als Rotterdam als uitgangspunt hebben. Dat zegt dat de migratiegeschiedenis de historische context is waarin een proces van cultuurverandering en -behoud zicht voltrekt. Daarnaast is er een goed theoretisch kader nodig, dat eer doet aan het verloop van zo’n proces. Er was geconcludeerd dat integratie en dergelijke concepten dat niet deden. Creolisering leek wel zo’n concept te zijn. Bij creolisering staat niet van te voren vast in welke richting een proces van cultuurverandering en -behoud zich voltrekt en ook niet of invloeden van bovenaf of onderop daar dominant in zijn. Een belangrijke invloed van bovenaf lijkt door te overheid worden uitgeoefend, die een proces van cultuurverandering en -behoud aanstuurt. Aan de hand van literatuur en vijftien interviews met in Rotterdam wonende Antillianen werd geconcludeerd dat cultuurverandering en -behoud zich in hoofdzaak lokaal voltrok en werd gestuurd door contactsituaties die lokaal ontstonden. Er werd eveneens geconcludeerd dat de overheid weliswaar indirect invloed uit kon oefenen op dit soort processen, maar dat deze processen zich grotendeels van onderop voltrokken. De invloed van de overheid was beperkt. Er werd ook geconcludeerd dat de cultuurverandering die optrad, niet altijd een verandering in de richting van de in Rotterdam dominante cultuur was. Bovendien leken culturele en etnische diversiteit in Rotterdam juist de norm. Rotterdamse Antillianen hebben hun cultuur veranderd en behouden, door contactsituaties in de lokaliteit, terwijl de invloed van de overheid daar beperkt in was en dat proces zich van onderop voltrok.

, , , ,
Stipriaan-Luiscius, prod.dr. A.
hdl.handle.net/2105/9022
Maatschappijgeschiedenis / History of Society
Erasmus School of History, Culture and Communication

Berg, O. van den. (2011, February 10). Meer dan Curacao in Rotterdam. Maatschappijgeschiedenis / History of Society. Retrieved from http://hdl.handle.net/2105/9022